1. Hij heeft een *सानो* रातो किताब. (Hint: grootte komt voor kleur)
2. Zij draagt een *नयाँ* सेतो कमिज। (Hint: leeftijd komt voor kleur)
3. Ik zag een *ठूलो* कालो कुकुर। (Hint: grootte komt voor kleur)
4. We kochten een *पुरानो* हरियो गाडी। (Hint: leeftijd komt voor kleur)
5. Hij leest een *सानो* पुरानो किताब। (Hint: grootte komt voor leeftijd)
6. Zij heeft een *सुन्दर* ठूलो घर। (Hint: schoonheid komt voor grootte)
7. Zij dragen een *नयाँ* राम्रा जुत्ता। (Hint: leeftijd komt voor kwaliteit)
8. De jongen heeft een *चाँडो* नयाँ मोबाइल। (Hint: snelheid of staat komt voor leeftijd)
9. Zij leest een *ठूलो* नयाँ किताब। (Hint: grootte komt voor leeftijd)
10. We hebben een *सुन्दर* पुरानो फूल। (Hint: schoonheid komt voor leeftijd)

1. Hij kocht een *सानो* *नयाँ* रातो कार। (Hint: grootte, dan leeftijd, dan kleur)
2. Zij draagt een *ठूलो* *पुरानो* सेतो टोपी। (Hint: grootte, dan leeftijd, dan kleur)
3. We zagen een *सुन्दर* *सानो* हरियो बगैंचा। (Hint: schoonheid, dan grootte, dan kleur)
4. De man heeft een *नयाँ* *राम्रा* ब्ल्याक जुत्ता। (Hint: leeftijd, dan kwaliteit, dan kleur)
5. Zij kocht een *पुरानो* *ठूलो* पहेँलो घर। (Hint: leeftijd, dan grootte, dan kleur)
6. Ik vond een *सुन्दर* *नयाँ* रातो फूल। (Hint: schoonheid, dan leeftijd, dan kleur)
7. De kinderen speelden met een *सानो* *राम्रा* सेतो बल। (Hint: grootte, dan kwaliteit, dan kleur)
8. Hij heeft een *ठूलो* *सुन्दर* कालो कुकुर। (Hint: grootte, dan schoonheid, dan kleur)
9. Zij kocht een *नयाँ* *सानो* हरियो गाडी। (Hint: leeftijd, dan grootte, dan kleur)
10. We zagen een *पुरानो* *सुन्दर* रातो भवन। (Hint: leeftijd, dan schoonheid, dan kleur)