Oefening 1: Verleden tijd van Thaise werkwoorden met “แล้ว” (laeo)
2. Jij *ไปแล้ว* naar school. Hint: Gebruik “ไป” (gaan) + “แล้ว”.
3. Zij *อ่านแล้ว* het boek. Hint: “อ่าน” (lezen) + “แล้ว”.
4. Wij *ดูแล้ว* de film. Hint: “ดู” (kijken) + “แล้ว”.
5. Hij *เขียนแล้ว* een brief. Hint: “เขียน” (schrijven) + “แล้ว”.
6. Jullie *ซื้อแล้ว* nieuwe kleren. Hint: “ซื้อ” (kopen) + “แล้ว”.
7. Ik *นอนแล้ว* in mijn bed. Hint: “นอน” (slapen) + “แล้ว”.
8. Zij *พูดแล้ว* met de leraar. Hint: “พูด” (spreken) + “แล้ว”.
9. Wij *ทำแล้ว* het huiswerk. Hint: “ทำ” (doen/maken) + “แล้ว”.
10. Hij *ขับรถแล้ว* naar huis. Hint: “ขับรถ” (autorijden) + “แล้ว”.
Oefening 2: Verleden tijd met tijdsaanduiding en werkwoord
2. Jij *กิน* ข้าว เมื่อเช้า (hebt vanmorgen gegeten). Hint: “กิน” (eten) + tijdsaanduiding.
3. Zij *อ่าน* หนังสือ เมื่อคืน (las gisteravond een boek). Hint: “อ่าน” (lezen) + tijd.
4. Wij *ดู* หนัง เมื่อสุดสัปดาห์ที่แล้ว (keken afgelopen weekend film). Hint: “ดู” (kijken) + tijd.
5. Hij *เขียน* จดหมาย เมื่อวานนี้ (schreef gisteren een brief). Hint: “เขียน” (schrijven) + tijd.
6. Jullie *ซื้อ* เสื้อผ้า เมื่อเดือนที่แล้ว (kochten vorige maand kleren). Hint: “ซื้อ” (kopen) + tijd.
7. Ik *นอน* หลับเมื่อคืน (sliep afgelopen nacht). Hint: “นอน” (slapen) + tijd.
8. Zij *พูด* กับครู เมื่อเช้า (spraken vanmorgen met de leraar). Hint: “พูด” (spreken) + tijd.
9. Wij *ทำ* การบ้าน เมื่อวานนี้ (maakten gisteren huiswerk). Hint: “ทำ” (doen/maken) + tijd.
10. Hij *ขับ* รถ เมื่อวานนี้ (reed gisteren auto). Hint: “ขับ” (rijden) + tijd.