Oefening 1: Bijvoeglijke naamwoorden in de nominatief
2. To je *lepa* hiša (vrouwelijk enkelvoud, nominatief).
3. To so *lepi* otroci (mannelijk meervoud, nominatief).
4. To so *lepe* rože (vrouwelijk meervoud, nominatief).
5. Moj *nov* avto je hiter (mannelijk enkelvoud, nominatief).
6. Ima *novo* knjigo (vrouwelijk enkelvoud, nominatief).
7. Vidim *nove* hiše (vrouwelijk meervoud, nominatief).
8. Ti so *novi* stoli (mannelijk meervoud, nominatief).
9. On je *pameten* fant (mannelijk enkelvoud, nominatief).
10. Ona je *pametna* deklica (vrouwelijk enkelvoud, nominatief).
Oefening 2: Bijvoeglijke naamwoorden in de accusatief
2. Vidim *lepo* mačko (vrouwelijk enkelvoud, accusatief).
3. Vidim *lepe* pse (mannelijk meervoud, accusatief).
4. Vidim *lepe* mačke (vrouwelijk meervoud, accusatief).
5. Kupujem *novi* avto (mannelijk enkelvoud, accusatief).
6. Kupujem *novo* mizo (vrouwelijk enkelvoud, accusatief).
7. Kupujem *nove* knjige (vrouwelijk meervoud, accusatief).
8. Kupujem *nove* računalnike (mannelijk meervoud, accusatief).
9. Imam rad *pametnega* fanta (mannelijk enkelvoud, accusatief).
10. Imam rad *pametno* deklico (vrouwelijk enkelvoud, accusatief).