1. Tegen de tijd dat jij arriveert, *akan sudah makan* ik al gegeten hebben. (Hint: Gebruik ‘akan’ + ‘sudah’ + werkwoord voor voltooid toekomstige tijd.)
2. Zij *akan sudah pergi* naar huis zijn voordat jij komt. (Hint: Gebruik ‘akan’ + ‘sudah’ + werkwoord.)
3. Wij *akan sudah selesai* met het werk zijn over twee uur. (Hint: Let op voltooiing met ‘sudah’ en toekomst met ‘akan’.)
4. Hij *akan sudah tidur* als de film begint. (Hint: Combineer toekomst en voltooid met ‘akan sudah’.)
5. Over een maand *akan sudah habis* de voorraad zijn. (Hint: Gebruik toekomstige voltooide tijd met ‘akan sudah’.)
6. Jij *akan sudah pergi* naar de markt zijn vóór het middaguur. (Hint: ‘akan sudah’ + werkwoord voor voltooid in de toekomst.)
7. De leraar *akan sudah menjelaskan* de les voordat de pauze begint. (Hint: Voltooide toekomst met ‘akan sudah’.)
8. Wij *akan sudah membeli* het cadeau voor haar verjaardag. (Hint: Gebruik ‘akan sudah’ om de voltooiing in de toekomst aan te geven.)
9. Zij *akan sudah kembali* van vakantie zijn als wij aankomen. (Hint: ‘akan sudah’ + werkwoord voor toekomstige voltooiing.)
10. Ik *akan sudah menulis* de brief voor het einde van de dag. (Hint: Toekomstige voltooide tijd met ‘akan sudah’.)

1. Tegen morgenavond *akan sudah selesai* het project zijn. (Hint: Gebruik ‘akan sudah’ samen met de tijdsbepaling voor voltooiing.)
2. Over een uur *akan sudah tiba* de trein zijn. (Hint: Toekomstige voltooide tijd met ‘akan sudah’ + werkwoord.)
3. Volgende week *akan sudah pindah* zij naar hun nieuwe huis. (Hint: Combineer toekomst en voltooid met ‘akan sudah’.)
4. Voor het middageten *akan sudah memasak* mama het eten. (Hint: Gebruik ‘akan sudah’ om aan te geven dat iets voltooid zal zijn in de toekomst.)
5. Binnen vijf minuten *akan sudah selesai* de vergadering zijn. (Hint: Toekomstige voltooide tijd met ‘akan sudah’ en tijdsbepaling.)
6. Voor het donker *akan sudah sampai* wij bij het kamp zijn. (Hint: Gebruik ‘akan sudah’ + werkwoord voor voltooiing in de toekomst.)
7. Tegen het weekend *akan sudah belajar* hij voor het examen. (Hint: Let op de combinatie van tijd en voltooidheid met ‘akan sudah’.)
8. Over drie dagen *akan sudah terbit* de nieuwe editie van het boek. (Hint: Voltooide toekomst met ‘akan sudah’ en tijdsaanduiding.)
9. Voor middernacht *akan sudah kirim* ik de e-mail. (Hint: Gebruik ‘akan sudah’ om toekomstige voltooiing aan te geven.)
10. Tegen het einde van het jaar *akan sudah selesai* de bouw van het huis zijn. (Hint: Voltooide toekomstige tijd met ‘akan sudah’ en een tijdsbepaling.)