Oefening 1: Toekomstige voltooide progressieve vorm herkennen
2. Over een uur *zal zij aan het studeren zijn geweest* voor haar examen (gebruik de toekomstige voltooide progressieve vorm voor een handeling die dan al een tijd duurt).
3. Volgende week *zal ik al tien jaar in deze stad gewoond hebben* (gebruik de juiste vorm om duur aan te geven).
4. Over twee dagen *zal hij al vijf uur aan het lezen zijn geweest* (klemtoon op de duur van de activiteit in de toekomst).
5. Tegen die tijd *zal zij al maanden aan het trainen zijn geweest* (toon aan dat de actie in de toekomst voltooid zal zijn en een tijd heeft geduurd).
6. Volgend jaar *zal hij al drie jaar aan dat boek gewerkt hebben* (de toekomstige voltooide progressieve vorm met tijdsbepaling).
7. Binnen een uur *zal ik al twee uur aan het koken zijn geweest* (benadruk de duur van de handeling in de toekomst).
8. Over vijf jaar *zal zij al lang aan haar scriptie gewerkt hebben* (toekomstige voltooide progressieve vorm om een lange duur aan te geven).
9. Tegen de middag *zal hij al vier uur aan het fietsen zijn geweest* (gebruik de juiste tijdsvorm voor een toekomstige duur).
10. Over een paar minuten *zal ik al twintig minuten aan het wachten zijn geweest* (toon aan dat de actie dan al een tijd bezig is).
Oefening 2: Toekomstige voltooide progressieve vorm invullen
2. Over drie uur *zal hij aan het studeren zijn geweest* (de juiste tijdsvorm met nadruk op duur).
3. Volgende week *zal ik aan het reizen zijn geweest* (toekomstige voltooide progressieve vorm met tijdsbepaling).
4. Over tien minuten *zal zij aan het bellen zijn geweest* (gebruik de juiste werkwoordsvorm om duur aan te geven).
5. Tegen het weekend *zal hij aan het schilderen zijn geweest* (toekomstige voltooide progressieve vorm met tijdsindicatie).
6. Over een maand *zal ik aan het oefenen zijn geweest* (benadruk dat de actie al een tijd duurt).
7. Volgend jaar *zal zij aan het dansen zijn geweest* (gebruik de juiste werkwoordsvorm voor een toekomstige duur).
8. Binnen vijf uur *zal hij aan het lezen zijn geweest* (toekomstige voltooide progressieve vorm met nadruk op duur).
9. Tegen het einde van de dag *zal ik aan het schrijven zijn geweest* (duidelijke tijdsaanduiding voor de toekomstige duur).
10. Over een week *zal zij aan het zingen zijn geweest* (gebruik de juiste vorm om een toekomstige voltooide duur aan te geven).