Oefening 1: Tegenwoordige voltooide tijd met werkwoorden in de basisvorm
2. Jij *yaptın* (doen) je huiswerk al. Hint: Gebruik de juiste voltooid tegenwoordige tijd van ‘yapmak’ (doen) voor ‘jij’.
3. Hij *gitti* (gaan) naar de markt. Hint: ‘Gitmek’ (gaan) in de voltooide tijd, derde persoon enkelvoud.
4. Wij *okuduk* (lezen) het boek samen. Hint: Gebruik ‘okumak’ (lezen) in de voltooide tijd voor ‘wij’.
5. Jullie *geldiniz* (komen) laat aan. Hint: Meervoudsvorm van ‘gelmek’ in de voltooide tijd.
6. Zij *yaptılar* (maken) het eten klaar. Hint: ‘Yapmak’ in de voltooide tijd, derde persoon meervoud.
7. Ik *gördüm* (zien) de film gisteren. Hint: Voltooide tijd van ‘görmek’ (zien) voor ‘ik’.
8. Jij *geldin* (komen) op tijd. Hint: ‘Gelmek’ voor ‘jij’ in voltooide tijd.
9. Hij *yedi* (eten) zijn lunch. Hint: ‘Yemek’ (eten) in voltooide tijd, derde persoon enkelvoud.
10. Wij *konuştuk* (spreken) met de leraar. Hint: ‘Konuşmak’ (spreken) in voltooide tijd voor ‘wij’.
Oefening 2: Tegenwoordige voltooide tijd met negatie en vraagvorm
2. Ben jij *yaptın mı* (heb je gedaan)? Hint: Vorm een ja/nee-vraag met ‘mı’ na het voltooid deelwoord.
3. Hij heeft *gitmedi* (niet gegaan) naar school. Hint: Gebruik ‘me’ voor ontkenning bij ‘gitmek’.
4. Hebben wij *okuduk mu* (gelezen)? Hint: Vraagvorm met ‘mu’ na het voltooid deelwoord van ‘okumak’.
5. Jullie hebben *gelmediniz* (niet gekomen). Hint: Ontkenning meervoud van ‘gelmek’ in voltooide tijd.
6. Hebben zij *yaptılar mı* (gemaakt)? Hint: Vorm een vraag met ‘mı’ na het voltooid deelwoord.
7. Ik heb *görmedim* (niet gezien) de film. Hint: Voeg ‘me’ toe voor ontkenning.
8. Ben jij *geldin mi* (gekomen)? Hint: Vraagvorm met ‘mi’.
9. Hij heeft *yemedi* (niet gegeten) zijn lunch. Hint: Ontkenning met ‘me’.
10. Hebben wij *konuştuk mu* (gesproken)? Hint: Vraagvorm met ‘mu’.