Oefening 1: Verleden Tijd van Regelmatige Werkwoorden
2. Ti si *pričao* sa njim juče. (Hint: werkwoord “pričati” in de verleden tijd, tweede persoon enkelvoud mannelijk)
3. Ona je *gledala* film sinoć. (Hint: werkwoord “gledati” in de verleden tijd, derde persoon enkelvoud vrouwelijk)
4. Mi smo *učili* srpski jezik prošle nedelje. (Hint: werkwoord “učiti” in de verleden tijd, eerste persoon meervoud)
5. Vi ste *putovali* u Beograd prošlog leta. (Hint: werkwoord “putovati” in de verleden tijd, tweede persoon meervoud)
6. Oni su *slušali* muziku zajedno. (Hint: werkwoord “slušati” in de verleden tijd, derde persoon meervoud mannelijk)
7. Ja sam juče *kupio* knjigu. (Hint: werkwoord “kupiti” in de verleden tijd, eerste persoon enkelvoud mannelijk)
8. Ti si *spavala* dugo sinoć. (Hint: werkwoord “spavati” in de verleden tijd, tweede persoon enkelvoud vrouwelijk)
9. On je *vozio* auto juče popodne. (Hint: werkwoord “voziti” in de verleden tijd, derde persoon enkelvoud mannelijk)
10. One su *čekale* autobus na stanici. (Hint: werkwoord “čekati” in de verleden tijd, derde persoon meervoud vrouwelijk)
Oefening 2: Onregelmatige Werkwoorden in het Verleden
2. Ti si *video* lep prizor. (Hint: werkwoord “videti” in de verleden tijd, tweede persoon enkelvoud mannelijk)
3. Ona je *šla* u prodavnicu. (Hint: werkwoord “ići” in de verleden tijd, derde persoon enkelvoud vrouwelijk)
4. Mi smo *jeli* večeru zajedno. (Hint: werkwoord “jesti” in de verleden tijd, eerste persoon meervoud)
5. Vi ste *rekli* istinu. (Hint: werkwoord “reći” in de verleden tijd, tweede persoon meervoud)
6. Oni su *dali* poklon prijatelju. (Hint: werkwoord “dati” in de verleden tijd, derde persoon meervoud mannelijk)
7. Ja sam *uzeo* knjigu sa stola. (Hint: werkwoord “uzeti” in de verleden tijd, eerste persoon enkelvoud mannelijk)
8. Ti si *pila* kafu jutros. (Hint: werkwoord “piti” in de verleden tijd, tweede persoon enkelvoud vrouwelijk)
9. On je *došao* kući kasno. (Hint: werkwoord “doći” in de verleden tijd, derde persoon enkelvoud mannelijk)
10. One su *videle* ptice na nebu. (Hint: werkwoord “videti” in de verleden tijd, derde persoon meervoud vrouwelijk)