1. Maile *khaye* khana bihanma. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘khanu’ – eten)
2. Uhaale *lekhnubhayo* patra. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘lekhnu’ – schrijven)
3. Timile *kheleko* khel ramailo thiyo. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘khelnu’ – spelen)
4. Hamile *sikheko* kura ramro chha. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘siknu’ – leren)
5. Tapainle *hernubhayo* tyo film? (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘hernu’ – kijken)
6. Uhaale *bhanyo* sachchai. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘bhannu’ – zeggen)
7. Maile *padhye* kitab. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘padhna’ – lezen/studeren)
8. Timi *aeko* kahile? (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘aunu’ – komen)
9. Hamile *gaeko* bazaar. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘jana’ – gaan)
10. Tapainle *sambandha gareko* kura thik ho. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘sambandha garnu’ – verbinden/doen)

1. Maile kahile *bhujhe* tyo kura. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘bujhnuhos’ – begrijpen)
2. Uhaale *gari halnu* parcha bhaneko thiyo. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘garne’ – doen)
3. Timi le *bujheko* kura sahi ho. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘bujhnu’ – begrijpen)
4. Hamile *chhodyeko* kaam pura garna parcha. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘chhodnu’ – achterlaten)
5. Tapainle *bhayeko* kura sodhnuhos. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘bhayeko’ – zijn/hebben in verleden tijd)
6. Uhaale *pugnu* thiyo samaya ma. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘pugnu’ – aankomen)
7. Maile *sudharnu* thaleko chhu. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘sudharnu’ – verbeteren)
8. Timi le *sodhnu* parcha bhanyo. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘sodhnu’ – vragen)
9. Hami le *dinu* parcha bhanera sochnu thiyo. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘dinu’ – geven)
10. Tapain le *dekheko* kura ma biswas garna saknu huncha. (Hint: Gebruik de verleden tijd van ‘dekhnu’ – zien)