Kwantificatoroefening 1: Basiskwantificatoren
2. O, evdə *çox* kitab oxuyur. (Hint: Gebruik het woord dat ‘veel’ betekent om te zeggen dat hij veel boeken leest.)
3. Bizim sinifdə *bir neçə* tələbə var. (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘enkele’ betekent om het aantal studenten aan te geven.)
4. Sən heç *heç* pulun yoxdur? (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘geen’ betekent om te vragen of je helemaal geen geld hebt.)
5. Onlar parkda *bir* it görürlər. (Hint: Gebruik het woord voor ‘één’ om aan te geven dat ze één hond zien.)
6. Mənim evimdə *bir neçə* otaq var. (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘enkele’ betekent voor het aantal kamers.)
7. Uşaq *çox* şirniyyat yemək istəyir. (Hint: Gebruik het woord dat ‘veel’ betekent om te zeggen dat het kind veel snoep wil eten.)
8. Sən *heç* dostun yoxdur? (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘geen’ betekent om te vragen of je geen vrienden hebt.)
9. O, masada *bir* stəkan su qoydu. (Hint: Gebruik het woord voor ‘één’ om aan te geven dat hij één glas water op de tafel zette.)
10. Bizdə *bir neçə* yeni layihə var. (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘enkele’ betekent voor het aantal projecten.)
Kwantificatoroefening 2: Gevorderde kwantificatoren in context
2. Sən bazardan *bir neçə* tərəvəz aldın? (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘enkele’ betekent om te vragen of je enkele groenten hebt gekocht.)
3. O, heç vaxt *heç* yalan danışmayıb. (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘geen’ betekent om te zeggen dat hij nooit heeft gelogen.)
4. Qardaşımın evində *bir* böyük televizor var. (Hint: Gebruik het woord voor ‘één’ om aan te geven dat er één grote televisie is.)
5. Mən bazarda *çox* insan gördüm. (Hint: Gebruik het woord dat ‘veel’ betekent om te zeggen dat je veel mensen zag.)
6. Onların ailəsində *bir neçə* uşaqlar var. (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘enkele’ betekent voor het aantal kinderen.)
7. Sən heç *heç* kitab oxumursan? (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘geen’ betekent om te vragen of je helemaal geen boeken leest.)
8. Bizim şəhərdə *bir* böyük park yerləşir. (Hint: Gebruik het woord voor ‘één’ om aan te geven dat er één groot park is.)
9. O, dərsdə *çox* suallar verdi. (Hint: Gebruik het woord dat ‘veel’ betekent om te zeggen dat hij veel vragen stelde.)
10. Mənim dostlarımın arasında *bir neçə* musiqiçi var. (Hint: Gebruik de kwantificator die ‘enkele’ betekent om het aantal muzikanten aan te geven.)