In dit artikel vind je oefeningen om je kennis van onregelmatige werkwoorden in het Engels te testen en te verbeteren. Onregelmatige werkwoorden volgen geen vaste regels voor het vervoegen in de verleden tijd of het voltooid deelwoord, waardoor ze lastig kunnen zijn voor mensen die Engels leren. Door middel van deze oefeningen kun je oefenen met deze uitdagende aspecten van de Engelse grammatica.
Het correct gebruiken van onregelmatige werkwoorden is essentieel om vloeiend en correct Engels te spreken en te schrijven. Met de volgende oefeningen kun je jouw kennis testen en waar nodig verbeteren. De oefeningen zijn bedoeld voor zowel beginners als gevorderden. Veel succes!
Oefening 1: Vul de juiste vorm van het onregelmatige werkwoord in
Yesterday, I *saw* (see) something extraordinary.
He has never *been* (be) to Africa.
They *ate* (eat) all the cookies by the time we arrived.
Last year, we *went* (go) to Paris for our anniversary.
I’ve *taken* (take) your advice and started a new hobby.
We *swam* (swim) across the lake during summer camp.
She *drove* (drive) her kids to school this morning.
Have you ever *flown* (fly) in a hot air balloon?
The wind *blew* (blow) the hat right off his head.
I *sang* (sing) karaoke at the party last night.
He *wrote* (write) her a letter every day during the war.
The cat has *hidden* (hide) under the bed again.
My brother *shook* (shake) his head in disbelief.
They had *forgotten* (forget) to lock the door when they left.
I *woke* (wake) up late and missed the bus.
Oefening 2: Kies de juiste vorm van het onregelmatige werkwoord
Have you ever *read* (read) a book that changed your life?
She *brought* (bring) her famous apple pie to the picnic.
They *bought* (buy) a new car last weekend.
The teacher *taught* (teach) us the importance of critical thinking.
He *thought* (think) the movie was overrated.
I’ve *understood* (understand) everything you’ve explained so far.
Last night, the baby *slept* (sleep) through the whole night.
The company has *grown* (grow) substantially over the past few years.
I *felt* (feel) a bit nervous before the interview.
Someone has *stolen* (steal) my wallet!
My parents *met* (meet) in college.
The children *built* (build) a sandcastle on the beach.
I *forgot* (forget) to send the invitation cards.
She *lent* (lend) me her favorite dress for the party.
We *sat* (sit) by the fireplace and talked all evening.
