De Imperativ, oftewel de gebiedende wijs, is een belangrijk onderdeel van de Duitse grammatica. Het wordt gebruikt om bevelen, instructies, of adviezen te geven. In het Duits zijn er verschillende vormen van de Imperativ, afhankelijk van het onderwerp waar je tegen spreekt: du, ihr of Sie. Het is niet alleen belangrijk om de juiste vorm te gebruiken, maar ook om de juiste werkwoordsstam en uitzonderingen te kennen.
In deze oefeningen zullen we ons richten op het vormen van de Imperativ in verschillende situaties. Je dient de correcte gebiedende wijs vorm van het werkwoord in te vullen. Let op de context en het onderwerp om de juiste vorm te bepalen. Deze oefening zal helpen om je beheersing van de Imperativ in het Duits te testen en te verbeteren.
Imperativ Oefeningen – Du vorm
(Kommen) *Komm* hier! (komen)
(Sein) *Sei* stil! (zijn)
Mach *das* Fenster zu! (doen)
(Nehmen) *Nimm* dir einen Keks! (nemen)
(Schreiben) *Schreib* deine Hausaufgaben! (schrijven)
(Lesen) *Lies* das Buch! (lezen)
(Hören) *Hör* mir zu! (horen)
(Schlafen) *Schlaf* gut! (slapen)
(Essen) *Iss* dein Gemüse! (eten)
(Gehen) *Geh* nach Hause! (gaan)
(Sprechen) *Sprich* langsamer! (spreken)
(Trinken) *Trink* mehr Wasser! (drinken)
(Arbeiten) *Arbeite* sorgfältig! (werken)
(Helfen) *Hilf* deinem Bruder! (helpen)
(Spielen) *Spiel* draußen! (spelen)
Imperativ Oefeningen – Ihr en Sie vorm
(Gehen) *Geht* nicht zu spät ins Bett! (Ihr – gaan)
(Bringen) *Bringt* eure Bücher mit! (Ihr – brengen)
(Geben) *Gebt* mir das Salz bitte! (Ihr – geven)
(Fahren) *Fahren* Sie vorsichtig! (Sie – rijden)
(Öffnen) *Öffnen* Sie das Fenster! (Sie – openen)
(Anfangen) *Fangen* Sie an zu arbeiten! (Sie – beginnen)
(Zuhören) *Hört* gut zu! (Ihr – luisteren)
(Antworten) *Antwortet* schnell! (Ihr – antwoorden)
(Aufstehen) *Steht* früher auf! (Ihr – opstaan)
(Setzen) *Setzen* Sie sich bitte! (Sie – zitten)
(Warten) *Warten* Sie hier! (Sie – wachten)
(Vergessen) *Vergesst* den Termin nicht! (Ihr – vergeten)
(Sich beeilen) *Beeilt* euch! (Ihr – haasten)
(Sich erinnern) *Erinnern* Sie sich an die Regeln! (Sie – herinneren)
(Sich entscheiden) *Entscheiden* Sie sich schnell! (Sie – beslissen)