1. Ти *биди* внимателен! (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘zijn’ voor ‘jij’)
2. Вие *јадете* сега. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘eten’ voor ‘jullie’)
3. Ти *пиши* писмо. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘schrijven’ voor ‘jij’)
4. Вие *слушајте* внимателно. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘luisteren’ voor ‘jullie’)
5. Ти *одмори* малку. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘uitrusten’ voor ‘jij’)
6. Вие *работете* напорно. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘werken’ voor ‘jullie’)
7. Ти *помогни* на пријателот. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘helpen’ voor ‘jij’)
8. Вие *чистете* собата. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘schoonmaken’ voor ‘jullie’)
9. Ти *излези* надвор. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘uitgaan’ voor ‘jij’)
10. Вие *направете* план. (Gebruik de gebiedende wijs van het werkwoord ‘maken/doen’ voor ‘jullie’)

1. Ти *не зборувај* гласно! (Gebruik de negatieve imperatief van ‘spreken’ voor ‘jij’)
2. Вие *не трчaјте* во ходникот. (Gebruik de negatieve imperatief van ‘rennen’ voor ‘jullie’)
3. Ти *не заборавај* книга. (Gebruik de negatieve imperatief van ‘vergeten’ voor ‘jij’)
4. Вие *не пуштaјте* музика сега. (Gebruik de negatieve imperatief van ‘afspelen’ voor ‘jullie’)
5. Ти *не јади* многу слатки. (Gebruik de negatieve imperatief van ‘eten’ voor ‘jij’)
6. Вие *не носете* тешки работи. (Gebruik de negatieve imperatief van ‘dragen’ voor ‘jullie’)
7. Ти *внимателно слушај*! (Gebruik een beleefde vorm met imperatief van ‘luisteren’ voor ‘jij’)
8. Вие *молам, почекајте* малку. (Gebruik een beleefde imperatiefvorm van ‘wachten’ voor ‘jullie’)
9. Ти *биди* љубезен. (Gebruik een beleefde imperatiefvorm van ‘zijn’ voor ‘jij’)
10. Вие *помогнете*, ако можете. (Gebruik een beleefde imperatiefvorm van ‘helpen’ voor ‘jullie’)