1. तुम्हारे दोस्त से कहना कि वह जल्दी *आओ*। (Gebruik de gebiedende wijs voor “kom”)
2. कृपया दरवाज़ा *बंद* करो। (Gebruik het werkwoord “dichtdoen” in de gebiedende wijs)
3. मुझे एक कप चाय *दो*। (Gebruik het werkwoord “geven” in de gebiedende wijs)
4. तुम लोग यहाँ *रुको*। (Gebruik de gebiedende wijs voor “stoppen” voor meervoud)
5. अपनी किताबें *ले* आओ। (Gebruik de gebiedende wijs voor “halen” in enkelvoud)
6. बच्चों, ज़ोर से *चिल्लाओ*। (Gebruik de gebiedende wijs voor “schreeuwen” meervoud)
7. ध्यान से *सुनो*। (Gebruik de gebiedende wijs voor “luisteren” enkelvoud)
8. जल्दी से अपना काम *खत्म* करो। (Gebruik de gebiedende wijs voor “afmaken”)
9. कृपया अपना नाम *लिखो*। (Gebruik de gebiedende wijs voor “schrijven” beleefd)
10. सफाई करो और कूड़ा *फेंको*। (Gebruik de gebiedende wijs voor “gooien”)

1. आप कृपया मुझे यह किताब *दे*। (Beleefde vorm van “geven”)
2. आप सब धीरे-धीरे *चलो*। (Meervoudsvorm van “lopen”)
3. कृपया खिड़की *खोलिए*। (Beleefde vorm van “openen”)
4. आप लोग मुझसे बात *करो*। (Meervoudsvorm van “spreken”)
5. आप ध्यान से यह काम *समझो*। (Beleefde vorm van “begrijpen”)
6. आप सभी अपनी सीट पर *बैठो*। (Meervoudsvorm van “zitten”)
7. कृपया अपनी किताबें *साफ़* करो। (Beleefde vorm van “schoonmaken”)
8. आप जल्दी से यह पत्र *लिखो*। (Beleefde vorm van “schrijven”)
9. आप सब मिलकर यह गाना *गाओ*। (Meervoudsvorm van “zingen”)
10. कृपया दरवाज़ा बंद *करिए*। (Beleefde vorm van “sluiten”)