Imperatiefoefeningen – Basisvorm van de Imperatief
2. *Sitt* ner en stund. (Gebruik de imperatief van ‘sitta’ om iemand te vragen te gaan zitten.)
3. *Kom* hit snabbt! (Gebruik de imperatief van ‘komma’ om iemand te roepen.)
4. *Tala* långsamt så jag förstår. (Gebruik de imperatief van ’tala’ voor een verzoek.)
5. *Skriv* ditt namn här. (Gebruik de imperatief van ‘skriva’ om een instructie te geven.)
6. *Läs* boken noga. (Gebruik de imperatief van ‘läsa’ voor een instructie.)
7. *Vänta* på mig vid ingången. (Gebruik de imperatief van ‘vänta’ om te vragen te wachten.)
8. *Öppna* fönstret, tack. (Gebruik de imperatief van ‘öppna’ voor een verzoek.)
9. *Kör* försiktigt på vägen. (Gebruik de imperatief van ‘köra’ om een advies te geven.)
10. *Sov* gott i natt! (Gebruik de imperatief van ‘sova’ om een wens uit te drukken.)
Imperatiefoefeningen – Negatieve Imperatief
2. *Prata* inte så högt. (Gebruik de negatieve imperatief om stilte te vragen.)
3. *Spring* inte i korridoren. (Gebruik de negatieve imperatief om een regel aan te geven.)
4. *Sluta* inte nu, fortsätt! (Gebruik de negatieve imperatief om aan te geven dat iets niet moet stoppen.)
5. *Skriv* inte på bordet! (Gebruik de negatieve imperatief om iets te verbieden.)
6. *Stanna* inte där för länge. (Gebruik de negatieve imperatief om een advies te geven.)
7. *Glöm* inte dina nycklar. (Gebruik de negatieve imperatief om te waarschuwen voor vergeten.)
8. *Låt* inte dörren stå öppen. (Gebruik de negatieve imperatief om een regel te stellen.)
9. *Drick* inte kallt vatten direkt efter träning. (Gebruik de negatieve imperatief om een advies te geven.)
10. *Titta* inte på mobilen när du kör. (Gebruik de negatieve imperatief om gevaar te voorkomen.)