Imperatiefoefening 1: Basis imperatiefvormen
2. *Syö* omena! (Gebruik de imperatief van ‘syödä’ – eten)
3. *Kirjoita* nimesi tähän. (Gebruik de imperatief van ‘kirjoittaa’ – schrijven)
4. *Avaa* ikkuna, ole hyvä. (Gebruik de imperatief van ‘avata’ – openen)
5. *Kuuntele* minua tarkasti! (Gebruik de imperatief van ‘kuunnella’ – luisteren)
6. *Lue* tämä kirja huolellisesti. (Gebruik de imperatief van ‘lukea’ – lezen)
7. *Puhu* hitaasti, kiitos. (Gebruik de imperatief van ‘puhua’ – spreken)
8. *Älä* mene sinne! (Gebruik de negatief imperatief van ‘mennä’ – gaan)
9. *Odota* hetki täällä. (Gebruik de imperatief van ‘odottaa’ – wachten)
10. *Nuku* hyvin! (Gebruik de imperatief van ‘nukkua’ – slapen)
Imperatiefoefening 2: Meervoud en beleefde imperatief
2. *Syökää* terveellisesti. (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘syödä’ – eten)
3. *Kirjoittakaa* vastauksenne tähän. (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘kirjoittaa’ – schrijven)
4. *Avatkaa* ovi hiljaa. (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘avata’ – openen)
5. *Kuunnelkaa* ohjeet tarkasti. (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘kuunnella’ – luisteren)
6. *Lukekaa* ääneen vuorotellen. (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘lukea’ – lezen)
7. *Puhukaa* selvästi. (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘puhua’ – spreken)
8. *Älkää* olko myöhässä. (Gebruik de negatieve meervoudige imperatief van ‘olla’ – zijn)
9. *Odottakaa* hetki, kiitos. (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘odottaa’ – wachten)
10. *Nukkukaa* hyvin! (Gebruik de meervoudige imperatief van ‘nukkua’ – slapen)