Oefening 1: Huidige progressieve zinnen met werkwoordsvormen
2. Wewe *unakula* chakula sasa hivi. (Let op het onderwerp en de tegenwoordige tijd)
3. Yeye *anacheza* mpira sasa. (Gebruik “a-” voor hij/zij en “na-” voor de progressieve tijd)
4. Sisi *tunakimbia* katika uwanja sasa. (T- voor wij, dan “na-” en werkwoord)
5. Ninyi *mnakunywa* chai sasa hivi. (M- voor jullie, gevolgd door “na-” en werkwoord)
6. Wao *wanasafiri* sasa kwa basi. (Wa- voor zij meervoud, daarna “na-” en werkwoord)
7. Mimi *ninapika* chakula sasa hivi. (N- voor ik, dan “na-” en werkwoord)
8. Wewe *unapiga* simu sasa. (U- voor jij, “na-” en werkwoord)
9. Yeye *anapiga* picha sasa hivi. (A- voor hij/zij, “na-” en werkwoord)
10. Sisi *tunacheza* muziki sasa. (T- voor wij, “na-” en werkwoord)
Oefening 2: Vul de juiste huidige progressieve vorm in
2. Wewe *unajifunza* Kiswahili sasa hivi. (U- + “na-” + werkwoord voor jij)
3. Yeye *anapumzika* sasa. (A- + “na-” + werkwoord voor hij/zij)
4. Sisi *tunapanda* mlima sasa. (T- + “na-” + werkwoord voor wij)
5. Ninyi *mnaandika* barua sasa hivi. (M- + “na-” + werkwoord voor jullie)
6. Wao *wanakula* chakula cha mchana sasa. (Wa- + “na-” + werkwoord voor zij meervoud)
7. Mimi *ninakunywa* maji sasa hivi. (N- + “na-” + werkwoord voor ik)
8. Wewe *unacheza* mpira sasa. (U- + “na-” + werkwoord voor jij)
9. Yeye *anatembea* sokoni sasa hivi. (A- + “na-” + werkwoord voor hij/zij)
10. Sisi *tunapika* chakula sasa. (T- + “na-” + werkwoord voor wij)