Huidige progressieve oefeningen: werkwoordsvormen met ‘kei te’
2. She *kei te oma* (zij is aan het rennen).
3. We *kei te ako* (wij zijn aan het leren).
4. They *kei te waiata* (zij zijn aan het zingen).
5. You (singular) *kei te pānui* (jij bent aan het lezen).
6. He *kei te mahi* (hij is aan het werken).
7. The children *kei te tākaro* (de kinderen zijn aan het spelen).
8. I *kei te tuhi* (ik ben aan het schrijven).
9. She *kei te kōrero* (zij is aan het praten).
10. We *kei te hopu* (wij zijn aan het vangen).
Huidige progressieve oefeningen: zinnen met onderwerp en actieve handeling
2. You (plural) *kei te kata* (jullie zijn aan het lachen).
3. I *kei te haere* (ik ben aan het gaan).
4. He *kei te kimi* (hij is aan het zoeken).
5. They *kei te inu* (zij zijn aan het drinken).
6. We *kei te rārangi* (wij zijn aan het opruimen).
7. She *kei te tu* (zij is aan het staan).
8. You (singular) *kei te tākaro* (jij bent aan het spelen).
9. I *kei te whakarongo* (ik ben aan het luisteren).
10. The students *kei te tuhi* (de studenten zijn aan het schrijven).