Oefening 1: Huidige progressieve zinnen vormen
2. Ты *піша* ліст зараз. (Gebruik van het werkwoord „пісаць” in de huidige progressieve tijd)
3. Ён *слухаецца* музыку ў гэты момант. (Gebruik van het werkwoord „слухацца” in de huidige progressieve tijd)
4. Мы *гаворым* па-беларуску цяпер. (Gebruik van het werkwoord „гаварыць” in de huidige progressieve tijd)
5. Вы *глядзіце* фільм зараз. (Gebruik van het werkwoord „гледзець” in de huidige progressieve tijd)
6. Яны *пішуць* паведамленне ў гэты час. (Gebruik van het werkwoord „пісаць” in de huidige progressieve tijd)
7. Ты *гуляеш* у футбол цяпер. (Gebruik van het werkwoord „гуляць” in de huidige progressieve tijd)
8. Ён *вучыцца* новыя словы зараз. (Gebruik van het werkwoord „вучыцца” in de huidige progressieve tijd)
9. Мы *рабім* хатняе заданне цяпер. (Gebruik van het werkwoord „рабіць” in de huidige progressieve tijd)
10. Я *пяю* песню зараз. (Gebruik van het werkwoord „пець” in de huidige progressieve tijd)
Oefening 2: Huidige progressieve tijd met context en aanwijzingen
2. Мы *гаворым* пра план на заўтра ў гэты момант. (Gebruik het werkwoord „гаварыць” in de huidige progressieve tijd)
3. Я *праслухоўваю* новую песню цяпер. (Gebruik het werkwoord „праслухоўваць” in de huidige progressieve tijd)
4. Ты *малюеш* карціну зараз. (Gebruik het werkwoord „маляваць” in de huidige progressieve tijd)
5. Яны *чышчаць* пакой у гэты момант. (Gebruik het werkwoord „чысьціць” in de huidige progressieve tijd)
6. Ён *чытае* газету зараз. (Gebruik het werkwoord „чытаць” in de huidige progressieve tijd)
7. Мы *слухаем* настаўніка ў гэты час. (Gebruik het werkwoord „слухацца” in de huidige progressieve tijd)
8. Ты *піша* справаздачу зараз. (Gebruik het werkwoord „пісаць” in de huidige progressieve tijd)
9. Я *гледжу* тэлевізар у гэты момант. (Gebruik het werkwoord „гледзець” in de huidige progressieve tijd)
10. Яны *гуляюць* у парку цяпер. (Gebruik het werkwoord „гуляць” in de huidige progressieve tijd)