Huidige progressieve oefeningen 1
2. Tu *esi* rakstot vēstuli. (Hint: gebruik de tweede persoon enkelvoud van “būt” voor “jij bent”)
3. Viņš *ir* strādājot dārzā. (Hint: gebruik de derde persoon enkelvoud van “būt” voor “hij is”)
4. Mēs *esam* dziedot dziesmu. (Hint: gebruik de eerste persoon meervoud van “būt” voor “wij zijn”)
5. Jūs *esat* spēlējot futbolu. (Hint: gebruik de tweede persoon meervoud van “būt” voor “jullie zijn”)
6. Viņas *ir* gatavojot ēdienu. (Hint: gebruik de derde persoon meervoud van “būt” voor “zij zijn”)
7. Es *esmu* dzēris kafiju. (Hint: let op dat hier de progressieve vorm is van “dzert” – “ik ben aan het drinken”)
8. Tu *esi* klausoties mūziku. (Hint: gebruik de juiste vorm van “būt” voor “jij bent”)
9. Viņš *ir* skrejot parkā. (Hint: derde persoon enkelvoud van “būt” + gerundium van “skriet”)
10. Mēs *esam* mācoties latviešu valodu. (Hint: eerste persoon meervoud van “būt” + gerundium van “mācīties”)
Huidige progressieve oefeningen 2
2. Tu *esi* skatoties filmu. (Hint: tweede persoon enkelvoud van “būt” + gerundium van “skatīties”)
3. Viņa *ir* runājot pa tālruni. (Hint: derde persoon enkelvoud van “būt” + gerundium van “runāt”)
4. Mēs *esam* ēdot vakariņas. (Hint: eerste persoon meervoud van “būt” + gerundium van “ēst”)
5. Jūs *esat* rakstot ziņojumu. (Hint: tweede persoon meervoud van “būt” + gerundium van “rakstīt”)
6. Viņi *ir* spēlējot šahu. (Hint: derde persoon meervoud van “būt” + gerundium van “spēlēt”)
7. Es *esmu* gaidot autobusu. (Hint: eerste persoon enkelvoud van “būt” + gerundium van “gaidīt”)
8. Tu *esi* dziedot dziesmu. (Hint: tweede persoon enkelvoud van “būt” + gerundium van “dziedāt”)
9. Viņš *ir* ceļojot uz Rīgu. (Hint: derde persoon enkelvoud van “būt” + gerundium van “ceļot”)
10. Mēs *esam* dejojoši ballē. (Hint: eerste persoon meervoud van “būt” + gerundium van “dejot”)