Oefening 1: Huidige progressieve werkwoorden
2. Ти *пишеш* писмо в момента. (Hint: Gebruik het werkwoord „пишеш“ voor „schrijven“ in de tegenwoordige tijd.)
3. Той *говори* по телефона сега. (Hint: Gebruik „говори“ voor „spreken“ in de tegenwoordige tijd.)
4. Ние *учим* български език в момента. (Hint: Gebruik „учим“ voor „leren“ in de tegenwoordige tijd.)
5. Вие *слушате* музика сега. (Hint: Gebruik „слушате“ voor „luisteren“ in de tegenwoordige tijd.)
6. Те *играят* футбол сега. (Hint: Gebruik „играят“ voor „spelen“ in de tegenwoordige tijd.)
7. Аз *ям* обяд в този момент. (Hint: Gebruik „ям“ voor „eten“ in de tegenwoordige tijd.)
8. Ти *пиеш* вода сега. (Hint: Gebruik „пиеш“ voor „drinken“ in de tegenwoordige tijd.)
9. Тя *гледа* телевизия в момента. (Hint: Gebruik „гледа“ voor „kijken“ in de tegenwoordige tijd.)
10. Ние *ходим* на разходка сега. (Hint: Gebruik „ходим“ voor „lopen/gaan“ in de tegenwoordige tijd.)
Oefening 2: Zinnen met de huidige progressieve vorm in context
2. Ти *четеш* интересна статия в момента. (Hint: Het werkwoord „чета“ wordt gebruikt voor „lezen“ in de tegenwoordige tijd.)
3. Той *слуша* радио сега. (Hint: Gebruik „слуша“ voor „luisteren“ in de tegenwoordige tijd.)
4. Ние *говорим* за плана в този момент. (Hint: Gebruik „говорим“ om „spreken“ aan te geven in de tegenwoordige tijd.)
5. Вие *учите* нови думи сега. (Hint: Gebruik „учите“ voor „leren“ in de huidige tijd.)
6. Те *играят* на компютър в момента. (Hint: Gebruik „играят“ voor „spelen“ in de tegenwoordige tijd.)
7. Аз *ям* плодове сега. (Hint: Gebruik „ям“ om „eten“ in de huidige tijd aan te geven.)
8. Ти *пиеш* кафе в този момент. (Hint: Gebruik „пиеш“ voor „drinken“ in de tegenwoordige tijd.)
9. Тя *гледа* филм сега. (Hint: Gebruik „гледа“ voor „kijken“ in de tegenwoordige tijd.)
10. Ние *ходим* в парка в момента. (Hint: Gebruik „ходим“ om „gaan“ aan te geven in de huidige tijd.)