Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Huidige oefeningen voor Nederlandse grammatica

Deze oefeningen zijn bedoeld om je kennis van de Nederlandse grammatica te verbeteren. Je oefent met werkwoordstijden en de juiste vervoeging van werkwoorden in verschillende zinnen. Let goed op de hints om het juiste antwoord te kiezen.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Oefening 1: Tegenwoordige tijd (present tense)

1. Ik *loop* elke dag naar school. (Gebruik de juiste vorm van het werkwoord ‘lopen’ in de tegenwoordige tijd)
2. Jij *werkt* hard voor je examen. (Let op de juiste uitgang voor ‘jij’ in de tegenwoordige tijd)
3. Hij *speelt* graag voetbal in het park. (Gebruik de juiste vorm van ‘spelen’ voor ‘hij’)
4. Wij *wonen* in een groot huis. (Let op de juiste vorm voor ‘wij’ in de tegenwoordige tijd)
5. Jullie *lezen* het boek heel aandachtig. (Gebruik de juiste uitgang voor ‘jullie’)
6. Zij *fietst* elke ochtend naar haar werk. (Vervoeg het werkwoord ‘fietsen’ voor ‘zij’ enkelvoud)
7. De kat *slaapt* op de bank. (Gebruik de juiste vorm van ‘slapen’ bij ‘de kat’)
8. Ik *help* mijn moeder met koken. (Gebruik de juiste vorm van ‘helpen’ bij ‘ik’)
9. Jij *maakt* altijd je huiswerk op tijd. (Let op de juiste uitgang van ‘maken’ bij ‘jij’)
10. Wij *leren* Nederlands op school. (Gebruik de juiste vorm voor ‘wij’)

Oefening 2: Verleden tijd (past tense)

1. Gisteren *wandelde* ik in het park. (Gebruik de verleden tijd van ‘wandelen’)
2. Jij *werkte* tot laat aan je project. (Vervoeg ‘werken’ in de verleden tijd bij ‘jij’)
3. Hij *speelde* de hele avond gitaar. (Gebruik de verleden tijd van ‘spelen’ bij ‘hij’)
4. Wij *woonden* vorig jaar in Amsterdam. (Vervoeg ‘wonen’ in de verleden tijd voor ‘wij’)
5. Jullie *lezen* gisteren een interessant artikel. (Let op: hier moet de verleden tijd van ‘lezen’ zijn, ook al lijkt het hetzelfde)
6. Zij *fietste* naar de winkel gisteren. (Gebruik de verleden tijd van ‘fietsen’ voor ‘zij’)
7. De hond *sliep* de hele dag. (Vervoeg ‘slapen’ in verleden tijd bij ‘de hond’)
8. Ik *hielp* mijn vader met de tuin. (Gebruik de verleden tijd van ‘helpen’ bij ‘ik’)
9. Jij *maakte* een mooie tekening. (Vervoeg ‘maken’ in verleden tijd bij ‘jij’)
10. Wij *leerden* veel tijdens de les. (Gebruik de verleden tijd van ‘leren’ bij ‘wij’)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot