Oefening 1: Huidige tijd met werkwoorden
2. वह *पढ़ती* है। (Hint: werkwoord ‘lezen’ voor vrouwelijke derde persoon enkelvoud)
3. हम स्कूल *जाते* हैं। (Hint: werkwoord ‘gaan’ voor eerste persoon meervoud)
4. तुम हिंदी *सीखते* हो। (Hint: werkwoord ‘leren’ voor tweede persoon enkelvoud mannelijk)
5. वे बाजार *जाते* हैं। (Hint: werkwoord ‘gaan’ voor derde persoon meervoud)
6. मैं किताब *लिखता* हूँ। (Hint: werkwoord ‘schrijven’ voor mannelijke spreker)
7. वह दूध *पीती* है। (Hint: werkwoord ‘drinken’ voor vrouwelijke derde persoon enkelvoud)
8. हम खेल *खेलते* हैं। (Hint: werkwoord ‘spelen’ voor eerste persoon meervoud)
9. तुम गाना *गाते* हो। (Hint: werkwoord ‘zingen’ voor tweede persoon mannelijk)
10. वे घर *चलते* हैं। (Hint: werkwoord ‘lopen/gaan’ voor derde persoon meervoud)
Oefening 2: Huidige tijd met persoonlijke voornaamwoorden en werkwoorden
2. वह सब्ज़ी *खाती* है। (Hint: werkwoord ‘eten’ voor vrouwelijke derde persoon)
3. हम बाजार *जाते* हैं। (Hint: werkwoord ‘gaan’ eerste persoon meervoud)
4. तुम हिंदी *बोलते* हो। (Hint: werkwoord ‘spreken’ tweede persoon mannelijk)
5. वे किताबें *पढ़ते* हैं। (Hint: werkwoord ‘lezen’ derde persoon meervoud)
6. मैं घर पर *रहता* हूँ। (Hint: werkwoord ‘blijven/wonen’ eerste persoon enkelvoud mannelijk)
7. वह पानी *पीती* है। (Hint: werkwoord ‘drinken’ vrouwelijke derde persoon)
8. हम संगीत *सुनते* हैं। (Hint: werkwoord ‘luisteren’ eerste persoon meervoud)
9. तुम खाना *खाते* हो। (Hint: werkwoord ‘eten’ tweede persoon mannelijk)
10. वे स्कूल *जाते* हैं। (Hint: werkwoord ‘gaan’ derde persoon meervoud)