Oefening 1: Tegenwoordige tijd (Heden) in het Turks
2. Jij *okuyorsun* een boek. (let op de uitgang voor “jij” in tegenwoordige tijd)
3. Hij *çalışıyor* in het kantoor. (gebruik de stam + -iyor voor “hij/zij/het”)
4. Wij *yiyoruz* samen. (werkwoord “eten” in tegenwoordige tijd, eerste persoon meervoud)
5. Jullie *gidiyorsunuz* naar het park. (let op de uitgang voor jullie)
6. Zij (meervoud) *konuşuyorlar* Turks. (meervoud met -lar/-ler toevoegen)
7. De kat *uyuyor* op de bank. (derde persoon enkelvoud zonder extra meervoudsuitgang)
8. Ik *seviyorum* muziek. (werkwoord “houden van” in tegenwoordige tijd)
9. Jij *yazıyorsun* een brief. (tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd)
10. Wij *gidiyoruz* naar huis. (eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd)
Oefening 2: Toekomende tijd (Gelecek Zaman) in het Turks
2. Jij *okuyacaksın* het boek morgen. (toekomende tijd voor “jij”)
3. Zij *çalışacak* morgen in het kantoor. (derde persoon enkelvoud toekomende tijd)
4. Wij *gideceğiz* volgende week. (eerste persoon meervoud toekomende tijd)
5. Jullie *yapacaksınız* het huiswerk later. (meervoud tweede persoon)
6. Zij (meervoud) *konuşacaklar* straks. (meervoud derde persoon)
7. De hond *koşacak* snel. (toekomende tijd derde persoon enkelvoud)
8. Ik *alacağım* een cadeau. (toekomende tijd eerste persoon enkelvoud)
9. Jij *geleceksin* op tijd. (toekomende tijd tweede persoon enkelvoud)
10. Wij *bekleyeceğiz* hier. (toekomende tijd eerste persoon meervoud)