Geslachtsoefeningen voor Urdu-grammatica: Mannelijk of Vrouwelijk (deel 1)
2. Het woord “لڑکا” (jongen) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “groot”: وہ *بڑا* لڑکا ہے.
3. Het woord “لڑکی” (meisje) is vrouwelijk. Gebruik het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord voor “slim”: وہ *سمجھدار* لڑکی ہے.
4. Het woord “گھر” (huis) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “nieuw”: یہ *نیا* گھر ہے.
5. Het woord “گاڑی” (auto) is vrouwelijk. Gebruik het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord voor “snel”: وہ *تیز* گاڑی ہے.
6. Het woord “کتابیں” (boeken) is vrouwelijk meervoud. Gebruik het vrouwelijke meervoudige bijvoeglijk naamwoord voor “interessant”: یہ *دلچسپ* کتابیں ہیں.
7. Het woord “بچے” (kinderen) is mannelijk meervoud. Gebruik het mannelijke meervoudige bijvoeglijk naamwoord voor “blij”: یہ *خوش* بچے ہیں.
8. Het woord “پہاڑ” (berg) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “hoog”: وہ *اونچا* پہاڑ ہے.
9. Het woord “خاتون” (vrouw) is vrouwelijk. Gebruik het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord voor “vriendelijk”: وہ *مہربان* خاتون ہے.
10. Het woord “دوست” (vriend) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “goed”: وہ *اچھا* دوست ہے.
Geslachtsoefeningen voor Urdu-grammatica: Bijvoeglijke Naamwoorden en Zelfstandige Naamwoorden (deel 2)
2. Het woord “میز” (tafel) is vrouwelijk. Gebruik het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord voor “sterk”: یہ *مضبوط* میز ہے.
3. Het woord “آدمی” (man) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “oud”: وہ *بوڑھا* آدمی ہے.
4. Het woord “بیٹی” (dochter) is vrouwelijk. Gebruik het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord voor “lief”: وہ *پیارے* بیٹی ہے.
5. Het woord “کتابچہ” (boekje) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “nieuw”: یہ *نیا* کتابچہ ہے.
6. Het woord “دوکان” (winkel) is vrouwelijk. Gebruik het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord voor “klein”: یہ *چھوٹی* دوکان ہے.
7. Het woord “باغ” (tuin) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “mooi”: وہ *خوبصورت* باغ ہے.
8. Het woord “شہر” (stad) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “groot”: کراچی ایک *بڑا* شہر ہے.
9. Het woord “ماں” (moeder) is vrouwelijk. Gebruik het vrouwelijke bijvoeglijk naamwoord voor “liefdevol”: میری *محبت* ماں ہے.
10. Het woord “بیٹا” (zoon) is mannelijk. Gebruik het mannelijke bijvoeglijk naamwoord voor “moedig”: وہ *بہادر* بیٹا ہے.