1. Het woord *стол* is mannelijk, dus zeg je: *большой* стол. (Hint: Mannelijke zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op een medeklinker.)
2. Het woord *книга* is vrouwelijk, dus zeg je: *интересная* книга. (Hint: Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op -а of -я.)
3. Het woord *окно* is onzijdig, dus zeg je: *большое* окно. (Hint: Onzijdige zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op -о of -е.)
4. Het woord *ручка* is vrouwelijk, dus zeg je: *красивая* ручка.
5. Het woord *мальчик* is mannelijk, dus zeg je: *умный* мальчик.
6. Het woord *яблоко* is onzijdig, dus zeg je: *красное* яблоко.
7. Het woord *девочка* is vrouwelijk, dus zeg je: *весёлая* девочка.
8. Het woord *город* is mannelijk, dus zeg je: *большой* город.
9. Het woord *письмо* is onzijdig, dus zeg je: *новое* письмо.
10. Het woord *машина* is vrouwelijk, dus zeg je: *быстрая* машина.

1. De man heeft een *красивый* huis. (Hint: Mannelijke zelfstandige naamwoorden combineren met bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -ый of -ий.)
2. De vrouw draagt een *красивая* jurk. (Hint: Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden combineren met bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -ая of -яя.)
3. Het kind speelt met een *новое* speelgoed. (Hint: Onzijdige zelfstandige naamwoorden combineren met bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -ое of -ее.)
4. De jongen leest een *интересный* boek.
5. De vrouw drinkt warme *чёрная* thee.
6. Het raam is *чистое*.
7. De leraar is *добрый* man.
8. De meisjes zijn *умные*.
9. Het dier is *маленькое*.
10. De auto is *быстрая*.