1. *Khaana* banana mazaa aata hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘khaana’ – eten – als onderwerp van de zin.)
2. *Padhna* rozana zaroori hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘padhna’ – lezen/studeren – als onderwerp.)
3. *Likhna* seekhna mushkil nahin hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘likhna’ – schrijven – als onderwerp.)
4. *Daudna* sehat ke liye achha hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘daudna’ – rennen – als onderwerp.)
5. *Gaana* sunna mujhe pasand hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘gaana’ – zingen – als onderwerp.)
6. *Sochna* zaroori hota hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘sochna’ – denken – als onderwerp.)
7. *Khelna* bachon ko pasand hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘khelna’ – spelen – als onderwerp.)
8. *Bolna* seekhna chahiye. (Hint: Gebruik het gerund van ‘bolna’ – spreken – als onderwerp.)
9. *Sona* rozana zaroori hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘sona’ – slapen – als onderwerp.)
10. *Banana* apna khana acha hota hai. (Hint: Gebruik het gerund van ‘banana’ – maken/koken – als onderwerp.)

1. Main bazaar jaane ke *baad* ghar aaya. (Hint: Gebruik het gerund na ‘ke baad’ om een volgorde van acties aan te geven.)
2. Wo kitaab padhne ke *dauran* TV dekhta hai. (Hint: Gebruik het gerund na ‘ke dauran’ om gelijktijdige acties aan te geven.)
3. Aapko khana khane ke *baad* haath dhona chahiye. (Hint: Gebruik het gerund na ‘ke baad’ om een actie na een andere te beschrijven.)
4. Hum khelne ke *liye* park gaye. (Hint: Gebruik het gerund na ‘ke liye’ om het doel van een actie uit te drukken.)
5. Wo gaane *sun* kar relax karta hai. (Hint: Gebruik het gerund na een werkwoord om een handeling uit te drukken.)
6. Bachon ko kahani sunane ke *dauran* shant rehna chahiye. (Hint: Gebruik het gerund na ‘ke dauran’ om een tijdsperiode aan te geven.)
7. Main kaam karte *huye* music sunta hoon. (Hint: Gebruik het gerund om twee acties tegelijk aan te geven.)
8. Wo likhte *huye* dhyaan se baithta hai. (Hint: Gebruik het gerund om een handeling te beschrijven die gelijktijdig plaatsvindt.)
9. Hum khana khate *huye* TV dekhte hain. (Hint: Gebruik het gerund om twee activiteiten tegelijk te beschrijven.)
10. Tumhe exercise karte *huye* paani peena chahiye. (Hint: Gebruik het gerund om een handeling tijdens een andere aan te geven.)