Leer sneller talen met AI

Leer 5x sneller!

+ 52 Talen
Begin met leren

Genitieve (constructietoestand) voorzetsels oefeningen voor Hebreeuwse grammatica

Deze oefeningen richten zich op het gebruik van genitieve (constructietoestand) voorzetsels in de Hebreeuwse grammatica. In het Hebreeuws verbinden voorzetsels zich vaak aan het volgende woord in de constructietoestand, waarbij het bezit of de relatie tussen twee woorden wordt aangegeven. Let goed op de juiste vorm van het voorzetsel en het woord dat erop volgt.

De meest efficiënte manier om een taal te leren

Probeer Talkpal gratis

Genitieve voorzetsels oefenen met constructietoestand – Deel 1

1. Het boek is *van* de leraar. (Gebruik het voorzetsel dat bezit aanduidt in het Hebreeuws)
2. De tafel staat *naast* de stoel. (Gebruik het voorzetsel dat nabijheid uitdrukt)
3. De sleutels liggen *op* de kast. (Gebruik het voorzetsel dat locatie aangeeft)
4. Het huis *van* mijn vader is groot. (Gebruik het voorzetsel dat eigendom uitdrukt)
5. De kat slaapt *onder* de bank. (Gebruik het voorzetsel dat plaats onder iets aangeeft)
6. De pen ligt *in* de tas. (Gebruik het voorzetsel dat binnen iets aanduidt)
7. Het schilderij hangt *aan* de muur. (Gebruik het voorzetsel dat bevestiging aanduidt)
8. De kinderen spelen *voor* het huis. (Gebruik het voorzetsel dat positie voor iets aangeeft)
9. De brief is *van* de vriend. (Gebruik het voorzetsel dat bezit aangeeft)
10. De hond rent *achter* de bal aan. (Gebruik het voorzetsel dat beweging achter iets uitdrukt)

Genitieve voorzetsels oefenen met constructietoestand – Deel 2

1. De jas hangt *aan* de kapstok. (Gebruik het voorzetsel dat bevestiging of locatie aanduidt)
2. Het cadeau is *voor* de lerares. (Gebruik het voorzetsel dat doel of ontvanger aanduidt)
3. De vogels vliegen *boven* de bomen. (Gebruik het voorzetsel dat positie boven iets aangeeft)
4. De sleutel ligt *tussen* de boeken. (Gebruik het voorzetsel dat positie tussen twee dingen aangeeft)
5. Het raam kijkt uit *op* de tuin. (Gebruik het voorzetsel dat uitzicht of richting aangeeft)
6. De foto is *van* mijn familie. (Gebruik het voorzetsel dat bezit of herkomst uitdrukt)
7. De auto staat *naast* de garage. (Gebruik het voorzetsel dat nabijheid aangeeft)
8. Het bord staat *op* de tafel. (Gebruik het voorzetsel dat locatie aanduidt)
9. De lamp hangt *boven* het bed. (Gebruik het voorzetsel dat positie boven iets uitdrukt)
10. De schoenen staan *onder* de kast. (Gebruik het voorzetsel dat positie onder iets uitdrukt)
Download talkpal app
Altijd en overal leren

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Het is de meest efficiënte manier om een taal te leren. Chat over een onbeperkt aantal interessante onderwerpen door te schrijven of te spreken terwijl je berichten ontvangt met realistische stem.

QR-code
App Store Google Play
Neem contact met ons op

Talkpal is een GPT-gestuurde AI-taaldocent. Verbeter je spreek-, luister-, schrijf- en uitspraakvaardigheid - Leer 5x Sneller!

Instagram TikTok Youtube Facebook LinkedIn X(twitter)

Talen

Learning


Talkpal, Inc., 2810 N Church St, Wilmington, Delaware 19802, US

© 2025 All Rights Reserved.


Trustpilot