Als je Italiaans leert, weet je hoe belangrijk het is om het geslacht van woorden goed te gebruiken. In het Italiaans zijn zelfstandige naamwoorden ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk. Dit heeft invloed op de overeenkomstige artikelen, bijvoeglijke naamwoorden en sommige werkwoordsvormen. Daarom is het oefenen van het geslacht van woorden een essentieel onderdeel voor het beheersen van de Italiaanse grammatica.
Met deze oefeningen kun je je kennis van het Italiaanse geslacht testen en verbeteren. Je vindt hier zinnen waar een woord ontbreekt. Jouw taak is om het juiste woord in de juiste vorm, passend bij het geslacht van het zelfstandig naamwoord, in te vullen. Zo wordt het herkennen en gebruiken van de juiste geslachtsvorm een automatisme, wat je Italiaans ten goede zal komen.
Oefening 1: Kies het juiste bepaalde lidwoord
Il *ragazzo* (il/la) è mio amico.
La *mela* (la/il) è rossa.
Il *libro* (libro/la) è interessante.
La *casa* (il/la) è grande.
L’*amica* (l’/lo) è gentile.
Lei è *l’*insegnante (l’/il).
Ho visto *il* gatto (il/la).
La *storia* (la/il) è affascinante.
*Il* sole (la/il) splende.
Apri *la* finestra (il/la).
Questa è *l’*ora (l’/la) giusta.
*La* ragazza (la/il) studia italiano.
*Il* mare (il/la) è blu.
L’*auto* (l’/la) è nuova.
*La* bottiglia (il/la) è piena.
Oefening 2: Kies het juiste onbepaalde lidwoord
Un *libro* (un/una) interessante.
Una *macchina* (uno/una) veloce.
Un *uomo* (un/una) gentile.
Uno *zaino* (un/uno) pesante.
Un’*ora* (un’/uno) libera.
Un *cane* (uno/un) fedele.
Uno *specchio* (uno/un) pulito.
Una *donn*a (un/una) elegante.
Un *gatto* (una/un) bianco.
Una *camicia* (una/un) nuova.
Un *amico* (uno/un) sincero.
Uno *studente* (un/uno) studioso.
Una *lettera* (una/un) importante.
Un *fiore* (un/una) profumato.
Uno *stivale* (un/uno) comodo.
