1. Ako bih imao vremena, *posjetio* bih te jučer. (Hint: Gebruik de verleden tijd van “posjetiti” voor iets wat in het verleden had kunnen gebeuren)
2. Da si učio više, sada *znaš* odgovor. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd van “znati” voor een huidige situatie)
3. Kad bi ona došla ranije, mi *bismo počeli* večeru prije. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “početi” voor een hypothetische actie in het verleden)
4. Da smo znali za problem, odmah ti *bismo pomogli*. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “pomoći” voor een hypothetische hulp in het verleden)
5. Ako bi on radio bolje, sada *bi imao* bolji posao. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “imati” voor een huidige hypothetische situatie)
6. Da si mi rekao istinu, ja ti *ne bih vjerovao* sada. (Hint: Gebruik de negatieve vorm van de voorwaardelijke wijs van “vjerovati”)
7. Ako bismo otišli ranije, već *bismo bili* tamo. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “biti” voor een huidige hypothetische locatie)
8. Kad bih znao da dolaziš, ja *bih pripremio* kafu. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “pripremiti” voor een hypothetische actie in het verleden)
9. Da si radio marljivije, ti *bi dobio* bolju ocjenu sada. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “dobiti” voor een huidige hypothetische uitkomst)
10. Ako ne bi bilo kiše, mi *bismo išli* na izlet jučer. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “ići” voor een hypothetisch verleden)

1. Da sam znao da ćeš doći, *bih kupio* tortu. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “kupiti” voor een actie die niet gebeurde in het verleden)
2. Ako bi ona sada učila, sigurno *bi prošla* ispit. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “proći” voor een huidige hypothetische situatie)
3. Kad bismo se bolje upoznali, mi *bismo se družili* sada. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “družiti se” voor een huidige hypothetische situatie)
4. Da si me nazvao jučer, ja ti *bih odgovorio*. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “odgovoriti” voor een hypothetische actie in het verleden)
5. Ako bih bio bogat, sada *bih putovao* svijetom. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “putovati” voor een huidige hypothetische situatie)
6. Da je on znao za sastanak, već *bi došao* sada. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “doći” voor een huidige hypothetische situatie)
7. Kad bismo ranije krenuli, sada *bismo bili* na plaži. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “biti” voor een huidige hypothetische locatie)
8. Ako ne bi bilo gužve, ja *bih stigao* na vrijeme jučer. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “stići” voor een hypothetische situatie in het verleden)
9. Da si slušao savjet, sada *ne bi imao* problema. (Hint: Gebruik de negatieve vorm van de voorwaardelijke wijs van “imati”)
10. Ako bismo se sreli ranije, *bismo bili* prijatelji sada. (Hint: Gebruik de voorwaardelijke wijs van “biti” voor een huidige hypothetische situatie)