1. Cada dia jo *parlo* amb els meus amics. (Hint: Gebruik de eerste persoon enkelvoud van het werkwoord “parlar” in de tegenwoordige tijd.)
2. Tu *estudies* per a l’examen ara mateix. (Hint: Tweede persoon enkelvoud, werkwoord “estudiar”.)
3. Ell *menja* fruita cada matí. (Hint: Derde persoon enkelvoud, werkwoord “menjar”.)
4. Nosaltres *vivim* a Barcelona. (Hint: Eerste persoon meervoud, werkwoord “viure”.)
5. Vosaltres *escriviu* cartes als vostres amics. (Hint: Tweede persoon meervoud, werkwoord “escriure”.)
6. Ells *juguen* al futbol els caps de setmana. (Hint: Derde persoon meervoud, werkwoord “jugar”.)
7. Jo *bec* aigua quan tinc set. (Hint: Eerste persoon enkelvoud, werkwoord “beure”.)
8. Tu *llegeixes* un llibre interessant. (Hint: Tweede persoon enkelvoud, werkwoord “llegir”.)
9. Ella *canta* molt bé. (Hint: Derde persoon enkelvoud, werkwoord “cantar”.)
10. Nosaltres *aprendem* moltes coses a l’escola. (Hint: Eerste persoon meervoud, werkwoord “aprendre”.)

1. Aquesta és *la meva* casa. (Hint: Bezittelijk adjectief eerste persoon enkelvoud, vrouwelijk enkelvoud.)
2. Ell porta *el seu* llibre a classe. (Hint: Bezittelijk adjectief derde persoon enkelvoud, mannelijk enkelvoud.)
3. Nosaltres volem vendre *els nostres* cotxes. (Hint: Bezittelijk adjectief eerste persoon meervoud, mannelijk meervoud.)
4. Tu has trobat *la teva* bossa. (Hint: Bezittelijk adjectief tweede persoon enkelvoud, vrouwelijk enkelvoud.)
5. Vosaltres veniu amb *els vostres* amics. (Hint: Bezittelijk adjectief tweede persoon meervoud, mannelijk meervoud.)
6. Ells parlen de *les seves* experiències. (Hint: Bezittelijk adjectief derde persoon meervoud, vrouwelijk meervoud.)
7. Jo veig *el meu* gos al parc. (Hint: Bezittelijk adjectief eerste persoon enkelvoud, mannelijk enkelvoud.)
8. Tu tens *els teus* quaderns a la motxilla. (Hint: Bezittelijk adjectief tweede persoon enkelvoud, mannelijk meervoud.)
9. Ella cuida *la seva* germana petita. (Hint: Bezittelijk adjectief derde persoon enkelvoud, vrouwelijk enkelvoud.)
10. Nosaltres estimem *les nostres* famílies. (Hint: Bezittelijk adjectief eerste persoon meervoud, vrouwelijk meervoud.)