Future Perfect Progressive Oefening 1: Basiszinnen
2. Over een maand *zal zij al twee jaar in Bangkok wonen* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
3. Volgend jaar rond deze tijd *zal hij al vijf uur aan het werken zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
4. In december *zal ik al zes weken Thaise les volgen* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
5. Over een uur *zal jij al drie kwartier aan het wachten zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
6. Tegen de avond *zal zij al vier uur aan het koken zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
7. Over twee dagen *zal hij al tien uur reizen* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
8. Volgend weekend *zal ik al een jaar aan dit project werken* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
9. Tegen die tijd *zal jij al twee uur aan het sporten zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
10. Over vijf minuten *zal zij al een halfuur aan het lezen zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
Future Perfect Progressive Oefening 2: Uitgebreide zinnen
2. Over een jaar *zal zij al tien jaar in Thailand gewoond hebben* en nog steeds daar wonen (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
3. Volgende week rond deze tijd *zal hij al zes uur aan het voorbereiden van de presentatie zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
4. In de middag *zal ik al drie uur aan het schrijven van mijn essay zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
5. Over twee uur *zal jij al vijf uur aan het werken zijn zonder pauze* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
6. Tegen het einde van de maand *zal zij al acht weken aan haar nieuwe baan gewerkt hebben* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
7. Over een paar dagen *zal hij al twaalf uur aan het oefenen van de Thaise grammatica zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
8. Volgend jaar *zal ik al vijf jaar aan het leren van Thaise taal bezig zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
9. Tegen de avond *zal jij al zeven uur aan het reizen zijn geweest* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).
10. Over tien minuten *zal zij al een uur aan het bellen met haar familie zijn* (gebruik ‘will have been’ + werkwoord met -ing).