1. Si tu *estudies* molt, aprovaràs l’examen. (Hint: Gebruik de tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin en de toekomende tijd in de hoofdzin.)
2. Si ell *menja* massa dolç, se sentirà malament. (Hint: Werkwoord in de voorwaardelijke bijzin in tegenwoordige tijd, hoofdzin in toekomende tijd.)
3. Si nosaltres *anem* a la festa, ens ho passarem bé. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
4. Si vosaltres *beveu* aigua, us sentireu millor. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
5. Si ells *treballen* dur, guanyaran molts diners. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
6. Si jo *parlo* amb ella, li diré la veritat. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
7. Si tu *arribes* tard, et perdràs la pel·lícula. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
8. Si ell *no dorm* prou, estarà cansat demà. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
9. Si nosaltres *vam* a la platja, ens banyarem. (Hint: Gebruik van tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, niet verleden tijd.)
10. Si vosaltres *estudieu* cada dia, millorareu ràpidament. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)

1. Si jo *tinc* temps, vindré a la teva festa. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
2. Si tu *vols* aprendre, estudiaràs molt. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
3. Si ell *corre* ràpid, guanyarà la carrera. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
4. Si nosaltres *comprem* els bitllets, viatjarem demà. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
5. Si vosaltres *feu* els deures, el professor estarà content. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
6. Si ells *s’hi esforcen*, aconseguiran l’objectiu. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
7. Si jo *menjo* ara, no tindré gana després. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
8. Si tu *no plores*, et sentiràs millor. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
9. Si ell *estudia* cada dia, passarà l’examen. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)
10. Si nosaltres *anem* a dormir aviat, ens despertarem frescos. (Hint: Tegenwoordige tijd in de voorwaardelijke bijzin, toekomende tijd in hoofdzin.)