Eenvoudige versus progressieve vormen: oefening 1
2. Zij *čte* (zij leest) elke dag een boek. Hint: Gewoonte, dus eenvoudige vorm.
3. My brother *pracuje* (hij werkt) op dit moment. Hint: Actie die nu plaatsvindt, progressieve vorm.
4. Wij *chodíme* (wij gaan) vaak naar school. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.
5. Ona *píše* (zij schrijft) een brief nu. Hint: Actie die bezig is, progressieve vorm.
6. Oni *hráli* (zij speelden) gisteren voetbal. Hint: Verleden tijd, eenvoudige vorm.
7. Já *učím* (ik leer) Tsjechisch nu. Hint: Actie die nu gebeurt, progressieve vorm.
8. Ty *spíš* (jij slaapt) elke nacht acht uur. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.
9. On *telefonuje* (hij belt) op dit moment. Hint: Actie die nu plaatsvindt, progressieve vorm.
10. Vy *chodíte* (jullie lopen) altijd naar huis na school. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.
Eenvoudige versus progressieve vormen: oefening 2
2. My *jíme* (wij eten) meestal om zes uur. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.
3. Já *píšu* (ik schrijf) een e-mail op dit moment. Hint: Actie die nu plaatsvindt, progressieve vorm.
4. Ty *čteš* (jij leest) vaak kranten. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.
5. Oni *tančí* (zij dansen) nu op het feest. Hint: Actie die nu bezig is, progressieve vorm.
6. On *spí* (hij slaapt) altijd vroeg. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.
7. Vy *pracujete* (jullie werken) vandaag hard. Hint: Actie die nu plaatsvindt, progressieve vorm.
8. Já *chodím* (ik ga) naar de bibliotheek elke week. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.
9. Ona *poslouchá* (zij luistert) nu naar muziek. Hint: Actie die bezig is, progressieve vorm.
10. My *učíme* (wij leren) Tsjechisch elke dag. Hint: Gewoonte, eenvoudige vorm.