Eenvoudige toekomstige zinnen – Oefening 1
2. ऊ अर्को हप्ता पढ्न *जानेछ* (Toekomstige tijd van ‘gaan’ in derde persoon enkelvoud).
3. हामी भोलि फिल्म हेर्न *जानेछौं* (Toekomstige tijd van ‘gaan’ in eerste persoon meervoud).
4. तिमी भोलि स्कूलमा समयमै *पुग्नेछौ* (Toekomstige tijd van ‘aankomen’ in tweede persoon enkelvoud).
5. उनीहरु अर्को महिना नेपाल फर्कने *छन्* (Toekomstige tijd van ’terugkeren’ in derde persoon meervoud).
6. म भोलि नयाँ किताब किन्ने *छु* (Toekomstige tijd van ‘kopen’ in eerste persoon enkelvoud).
7. ऊ आज साँझ खाना पकाउने *छ* (Toekomstige tijd van ‘koken’ in derde persoon enkelvoud).
8. हामी भोलि बिहान पार्कमा खेल्ने *छौं* (Toekomstige tijd van ‘spelen’ in eerste persoon meervoud).
9. तिमी चाँडै आफ्नो काम सकाउने *छौ* (Toekomstige tijd van ‘afronden’ in tweede persoon enkelvoud).
10. उनीहरु भोलि नयाँ घर जाने *छन्* (Toekomstige tijd van ‘gaan’ in derde persoon meervoud).
Eenvoudige toekomstige zinnen – Oefening 2
2. ऊ भोलि नयाँ काम सुरु गर्ने *छ* (Toekomstige tijd van ‘beginnen’ in derde persoon enkelvoud).
3. हामी चाँडै परीक्षा दिने *छौं* (Toekomstige tijd van ‘examen doen’ in eerste persoon meervoud).
4. तिमी बिहानै उठेर दौडने *छौ* (Toekomstige tijd van ‘rennen’ in tweede persoon enkelvoud).
5. उनीहरु अर्को हप्ता सिनेमा हेर्न जाने *छन्* (Toekomstige tijd van ‘gaan’ in derde persoon meervoud).
6. म भोलि साथीलाई भेट्ने *छु* (Toekomstige tijd van ‘ontmoeten’ in eerste persoon enkelvoud).
7. ऊ आज साँझ घर सफा गर्ने *छ* (Toekomstige tijd van ‘schoonmaken’ in derde persoon enkelvoud).
8. हामी अर्को महिना पर्व मनाउने *छौं* (Toekomstige tijd van ‘vieren’ in eerste persoon meervoud).
9. तिमी चाँडै नयाँ भाषा सिक्ने *छौ* (Toekomstige tijd van ‘leren’ in tweede persoon enkelvoud).
10. उनीहरु भोलि बजार जान्ने *छन्* (Toekomstige tijd van ‘gaan’ in derde persoon meervoud).