Derde voorwaardelijke oefeningen 1
2. Kung *hindi siya nagkamali*, hindi siya na-disqualify. (Hint: Negatief voltooid verleden tijd van het werkwoord ‘kamali’ voor een onjuiste handeling in het verleden.)
3. Kung *nagsabi* ako ng totoo, hindi ako nagalit. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘sabi’ om een voorwaarde uit het verleden te formuleren.)
4. Kung *dumating* siya nang mas maaga, nakasama siya sa meeting. (Hint: Gebruik het werkwoord ‘dumi’ in voltooid verleden tijd voor een gemiste kans.)
5. Kung *nagtrabaho* siya nang masigasig, nakatanggap siya ng bonus. (Hint: Voltooid verleden tijd van ’trabaho’ om een hypothetische situatie in het verleden te geven.)
6. Kung *hindi siya nagalit*, naging maayos ang usapan. (Hint: Negatief voltooid verleden tijd van ‘alit’ om een voorwaarde aan te geven.)
7. Kung *nagbukas* siya ng pinto, hindi siya nahuli. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘bukas’ om een voorwaarde te beschrijven.)
8. Kung *naglakad* siya nang mabilis, naabutan niya ang bus. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘lakad’ voor een hypothetische actie.)
9. Kung *hindi siya nagutom*, hindi siya bumili ng pagkain. (Hint: Negatief voltooid verleden tijd van ‘utom’ om een voorwaarde te maken.)
10. Kung *nakatulog* siya ng maaga, hindi siya pagod ngayon. (Hint: Voltooid verleden tijd van ’tulog’ om een hypothetische uitkomst te beschrijven.)
Derde voorwaardelijke oefeningen 2
2. Kung *naglinis* siya ng kwarto, mas maganda ang bahay. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘linis’ om een gevolg in het verleden te beschrijven.)
3. Kung *hindi sila nag-away*, nagkakasundo sila ngayon. (Hint: Negatief voltooid verleden tijd van ‘away’ om een hypothetische relatie te beschrijven.)
4. Kung *umuwi* siya agad, hindi siya na-late. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘uwi’ om een gevolg van een actie te beschrijven.)
5. Kung *naglaro* siya ng basketball, nanalo sila. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘laro’ om een hypothetische situatie te geven.)
6. Kung *hindi siya nag-text*, hindi siya naligaw. (Hint: Negatief voltooid verleden tijd van ’text’ om een situatie te verduidelijken.)
7. Kung *nagluto* siya ng masarap, kumain sila ng maayos. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘luto’ om een hypothetische uitkomst te beschrijven.)
8. Kung *nagbayad* siya nang maaga, hindi siya na-charge ng multa. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘bayad’ om een gevolg in het verleden uit te drukken.)
9. Kung *hindi siya naglakad* nang mabilis, na-late siya. (Hint: Negatief voltooid verleden tijd van ‘lakad’ om een gevolg te beschrijven.)
10. Kung *nag-aral* siya nang mabuti, mataas ang marka niya. (Hint: Voltooid verleden tijd van ‘aral’ om een hypothetisch resultaat te geven.)