Oefening 1: Tegenwoordige en Verleden Deelwoorden in Kannada
2. Zij *ಓದಿದ* (las) het boek gisteren. Hint: Gebruik het verleden deelwoord van “ಓದು” (lezen).
3. Wij *ನಿಂತಿರುವ* (staan) in de rij voor de bus. Hint: Tegenwoordig deelwoord van “ನಿಲ್ಲು” (staan).
4. De jongen heeft het raam *ತೆರೆದ* (geopend). Hint: Verleden deelwoord van “ತೆರೆಯು” (openen).
5. De werkende vrouw is erg druk. Hint: Tegenwoordig deelwoord van “ಕೆಲಸಮಾಡು” (werken) is *ಕೆಲಸಮಾಡುತ್ತಿರುವ*.
6. De hond die *ಓಡಿದ* (rende) snel weg. Hint: Verleden deelwoord van “ಓಡು” (rennen).
7. Zij zit *ನಿಂತಿರುವ* (zittend) op de stoel. Hint: Tegenwoordig deelwoord van “ನಿಲ್ಲು” (staan) kan ook voor zittend gebruikt worden.
8. Het kind dat *ನಗಿದ* (lachte) is gelukkig. Hint: Verleden deelwoord van “ನಗು” (lachen).
9. De leraar die *ಬೋಧಿಸುತ್ತಿರುವ* (onderwijst) legt het goed uit. Hint: Tegenwoordig deelwoord van “ಬೋಧಿಸು” (onderwijzen).
10. De deur die hij *ಬಂದಿಸಿದ* (sloten) is nu gesloten. Hint: Verleden deelwoord van “ಬಂದಿಸು” (sluiten).
Oefening 2: Gebruik van Deelwoorden in Complexe Zinnen
2. Het boek dat hij *ಬರೆದ* (geschreven) heeft, is populair. Hint: Verleden deelwoord van “ಬರೆ” (schrijven).
3. Het kind dat *ನಡಿದ* (liep) in het park speelt nu. Hint: Verleden deelwoord van “ನಡು” (lopen).
4. De jongen die *ತಿನ್ನುತ್ತಿರುವ* (eten) is mijn broer. Hint: Tegenwoordig deelwoord van “ತಿನ್ನು” (eten).
5. De auto die *ಓಡಿದ* (gereden) werd, is nieuw. Hint: Verleden deelwoord van “ಓಡು” (rijden).
6. Mensen die *ಕೇಳುತ್ತಿರುವ* (luisteren) begrijpen de les beter. Hint: Tegenwoordig deelwoord van “ಕೇಳು” (luisteren).
7. De vrouw die *ನಗಿದ* (lachte) was erg blij. Hint: Verleden deelwoord van “ನಗು” (lachen).
8. Hij heeft de brief die hij *ಬರೆದ* (geschreven) had, verloren. Hint: Verleden deelwoord van “ಬರೆ” (schrijven).
9. De jongen die *ಆಟವಾಡುತ್ತಿರುವ* (spelend) is, is mijn buurjongen. Hint: Tegenwoordig deelwoord van “ಆಟವಾಡು” (spelen).
10. Het huis dat zij *ತಯಾರಿಸಿದ* (gemaakt) heeft, is groot. Hint: Verleden deelwoord van “ತಯಾರಿಸು” (maken).