1. Мен мектепке *бардым* (Gebruik het werkwoord voor ‘gaan’ in verleden tijd met een voorzetsel dat richting aangeeft).
2. Ол дүкенге *жүгіреді* (Gebruik het werkwoord voor ‘rennen’ met een voorzetsel dat beweging naar een plaats aanduidt).
3. Біз паркке *жол тарттық* (Gebruik het juiste voorzetsel en werkwoord dat ‘naar het park gaan’ betekent).
4. Сен үйге *кеттің* (Gebruik het werkwoord voor ‘vertrekken’ met een voorzetsel voor beweging naar huis).
5. Олар стадионға *барды* (Gebruik het juiste voorzetsel en werkwoord om te zeggen dat ze naar het stadion gingen).
6. Мен қалаға *жол тарттым* (Gebruik het werkwoord voor ‘vertrekken’ en een voorzetsel dat richting stad aangeeft).
7. Ол автобусты тоқтаған жерге *жүгірді* (Gebruik het werkwoord voor ‘rennen’ met een voorzetsel dat beweging naar een punt aangeeft).
8. Біз кітапханаға *бардық* (Gebruik het juiste voorzetsel en werkwoord voor ‘gaan naar de bibliotheek’).
9. Сен дүкенге *кеттің* (Gebruik het werkwoord voor ‘vertrekken’ met een voorzetsel voor richting winkel).
10. Олар әуежайға *жол тартты* (Gebruik het werkwoord voor ‘vertrekken’ met een voorzetsel dat beweging naar het vliegveld aanduidt).

1. Мен бөлмеге *кірдім* (Gebruik het werkwoord voor ‘binnenkomen’ met een voorzetsel dat binnenbeweging aanduidt).
2. Ол үйден *шықты* (Gebruik het werkwoord voor ‘verlaten’ met een voorzetsel dat buitenbeweging aangeeft).
3. Біз парктен *кеттік* (Gebruik het werkwoord voor ‘vertrekken’ met een voorzetsel voor beweging uit een plaats).
4. Сен мектепке *кірдің* (Gebruik het werkwoord voor ‘binnenkomen’ met een voorzetsel dat binnenbeweging aanduidt).
5. Олар дүкеннен *шықты* (Gebruik het werkwoord voor ‘verlaten’ met een voorzetsel dat beweging uit een plaats aanduidt).
6. Мен кеңседен *кеттім* (Gebruik het werkwoord voor ‘vertrekken’ met een voorzetsel dat beweging uit een gebouw aanduidt).
7. Ол бөлмеге *кірді* (Gebruik het werkwoord voor ‘binnenkomen’ met een voorzetsel dat binnenbeweging aanduidt).
8. Біз үйлерден *шықтық* (Gebruik het werkwoord voor ‘verlaten’ met een voorzetsel voor beweging uit meerdere gebouwen).
9. Сен бөлмеден *шықтың* (Gebruik het werkwoord voor ‘verlaten’ met een voorzetsel voor beweging uit een kamer).
10. Олар мектептен *кетті* (Gebruik het werkwoord voor ‘vertrekken’ met een voorzetsel dat beweging uit een school aanduidt).