Tijdens deze oefeningen, is het belangrijk om aandacht te besteden aan de context van elke zin om het juiste hulpwerkwoord te bepalen. Let op de tijd, de modaliteit en of de zin actief of passief is. Deze aanwijzingen zullen je helpen om te kiezen tussen werkwoorden zoals “do”, “does”, “did”, “has”, “have”, “is”, “are”, en “was”. De oefeningen zullen je begrip van zowel de vorm als het gebruik van hulpmiddelwerkwoorden verbeteren.