Wanneer je Spaans leert, is een van de eerste grammaticale onderwerpen die je tegenkomt het gebruik van artikelen. In het Spaans zijn er bepaalde (el, la, los, las) en onbepaalde (un, una, unos, unas) artikelen die gebruikt worden afhankelijk van het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord dat ze vergezellen. Het correct gebruiken van Spaanse artikelen is essentieel om je uitdrukking helder en correct te maken.
In deze oefeningen zullen we ons concentreren op het invullen van de juiste Spaanse artikelen in zinnen. Dit zal niet alleen je kennis van de Spaanse artikelen testen, maar ook helpen om een beter begrip van geslachtsharmonie en enkelvoud-meervoud overeenkomst in het Spaans te ontwikkelen. Let goed op de aanwijzingen die je helpen te bepalen welk artikel je moet gebruiken.
Oefening 1: Bepaalde Artikelen
Quiero leer *el* (mannelijk enkelvoud) libro que me recomendaste.
*La* (vrouwelijk enkelvoud) mesa está preparada para la cena.
*Los* (mannelijk meervoud) niños están jugando en el parque.
Este es *el* (mannelijk enkelvoud) mapa que necesitas para tu viaje.
*Las* (vrouwelijk meervoud) flores que planté están floreciendo.
*La* (vrouwelijk enkelvoud) casa de la esquina es muy antigua.
Has visto *la* (vrouwelijk enkelvoud) nueva exposición en el museo?
*Los* (mannelijk meervoud) libros de la biblioteca son muy interesantes.
*Las* (vrouwelijk meervoud) películas de ese director siempre me han gustado.
Tengo *la* (vrouwelijk enkelvoud) impresión de que el examen será difícil.
Por favor, cierra *la* (vrouwelijk enkelvoud) ventana, hace frío afuera.
*El* (mannelijk enkelvoud) coche de Juan es el más rápido de la carrera.
*La* (vrouwelijk enkelvoud) comida está lista, ven a la mesa.
¿Puedes pasar *el* (mannelijk enkelvoud) salero? Está al lado de la pimienta.
*Los* (mannelijk meervoud) estudiantes tienen que comprar los libros para el curso nuevo.
Oefening 2: Onbepaalde Artikelen
¿Hay *un* (mannelijk enkelvoud) médico en la sala?
Voy a comprar *un* (mannelijk enkelvoud) libro para leer en el tren.
Mi hermano quiere ser *un* (mannelijk enkelvoud) gran científico.
Hay *una* (vrouwelijk enkelvoud) fiesta en la casa de Clara.
*Unos* (mannelijk meervoud) turistas perdieron sus mapas.
Compré *unas* (vrouwelijk meervoud) gafas de sol para el verano.
*Un* (mannelijk enkelvoud) niño está buscando a su madre en el parque.
*Una* (vrouwelijk enkelvoud) nueva tienda abrió cerca de mi casa.
Encontré *un* (mannelijk enkelvoud) reloj antiguo en el ático de mis abuelos.
Mi tía es *una* (vrouwelijk enkelvoud) mujer muy amable.
¿Puedo tener *un* (mannelijk enkelvoud) poco más de pan?
*Unos* (mannelijk meervoud) estudiantes están organizando un evento benéfico.
*Un* (mannelijk enkelvoud) viejo amigo vino a visitarme.
Tu hermana encontró *una* (vrouwelijk enkelvoud) bolsa en el autobús.
Vamos a adoptar *un* (mannelijk enkelvoud) cachorro de el refugio de animales.
