Aanwijzende voornaamwoorden in de Italiaanse grammatica worden gebruikt om specifieke dingen, mensen of plaatsen aan te duiden. Ze kunnen een zelfstandig naamwoord vervangen en zijn het in geslacht en getal eens met het zelfstandig naamwoord dat ze vervangen. In het Italiaans zijn er drie belangrijke aanwijzende voornaamwoorden: questo (dit), quello (dat), en codesto (dit – formeel). Ze kunnen zowel in enkelvoud als in meervoud worden gebruikt, en hun uitgangen veranderen naargelang het geslacht en het aantal van het zelfstandig naamwoord dat ze vervangen. Het correct leren gebruiken van aanwijzende voornaamwoorden is essentieel voor het beheersen van de Italiaanse grammatica. De volgende oefeningen helpen je om het gebruik van deze voornaamwoorden in verschillende contexten te oefenen.