Position of Adverbs in Engelse grammatica

Language learners preparing for exams with grammar theory

Inleiding

De positie van bijwoorden in het Engels is een belangrijk onderdeel van de Engelse grammatica. Bijwoorden zijn woorden die extra informatie geven over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, ander bijwoord of zelfs een hele zin. Ze kunnen de plaats, tijd, hoeveelheid, frequentie, mate en wijze van een handeling aangeven. In dit artikel zullen we de verschillende posities van bijwoorden behandelen in de Engelse grammatica.

De basiskennis van bijwoorden

Voordat we de posities van bijwoorden gaan bespreken, is het belangrijk om enkele basiskennis over bijwoorden te hebben. Bijwoorden worden meestal gebruikt om antwoord te geven op de vragen ‘hoe?’, ‘wanneer?’, ‘waar?’, ‘waarom?’, ‘hoelang?’ en ‘hoe vaak?’. Ze kunnen voor of na het werkwoord staan, afhankelijk van hun type en functie in de zin.

De positie van bijwoorden bij gewone werkwoorden

Bij gewone werkwoorden staan bijwoorden meestal vóór het werkwoord. Laten we enkele voorbeelden bekijken:

Voorbeelden:
– She always sings beautifully. (Ze zingt altijd prachtig.)
– He quickly ran to catch the bus. (Hij rende snel om de bus te halen.)
– They rarely go on vacation. (Ze gaan zelden op vakantie.)

In deze voorbeelden staan de bijwoorden “always”, “quickly” en “rarely” vóór de werkwoorden “sings”, “ran” en “go”.

De positie van bijwoorden bij hulpwerkwoorden

Bijwoorden worden ook vaak gebruikt met hulpwerkwoorden zoals “be”, “have” en “do”. In deze gevallen staan de bijwoorden tussen het hulpwerkwoord en het hoofdwerkwoord.

Voorbeelden:
– She has always been kind to me. (Ze is altijd aardig voor me geweest.)
– They did not really understand the question. (Ze begrepen de vraag niet echt.)

In deze voorbeelden staan de bijwoorden “always” en “not really” tussen de hulpwerkwoorden “has” en “been” en tussen “did” en “understand”.

De positie van bijwoorden bij de tegenwoordige tijd

Bij de tegenwoordige tijd in het Engels staat het bijwoord meestal tussen de persoonlijke voornaamwoorden en het hulpwerkwoord.

Voorbeelden:
– She often goes to the gym. (Ze gaat vaak naar de sportschool.)
– He usually eats breakfast before work. (Hij eet meestal ontbijt voordat hij naar het werk gaat.)

In deze voorbeelden staan de bijwoorden “often” en “usually” tussen de persoonlijke voornaamwoorden “she” en “he” en het hulpwerkwoord “goes” en “eats”.

De positie van bijwoorden bij de verleden tijd

Bij de verleden tijd in het Engels staat het bijwoord meestal tussen het hulpwerkwoord “did” en het hoofdwerkwoord.

Voorbeelden:
– We visited London last year. (We bezochten Londen vorig jaar.)
– He played tennis yesterday. (Hij speelde gisteren tennis.)

In deze voorbeelden staan de bijwoorden “last year” en “yesterday” tussen het hulpwerkwoord “did” en het hoofdwerkwoord “visited” en “played”.

De positie van bijwoorden bij de gebiedende wijs

Bij de gebiedende wijs in het Engels staat het bijwoord meestal vóór het werkwoord.

Voorbeelden:
– Please sit quietly. (Ga alsjeblieft rustig zitten.)
– Open the door slowly. (Open de deur langzaam.)

In deze voorbeelden staan de bijwoorden “quietly” en “slowly” vóór de werkwoorden “sit” en “open”.

De positie van bijwoorden bij meerdere werkwoorden

Bij zinnen met meerdere werkwoorden, zoals de lijdende vorm of de vorm met een hulpwerkwoord, staan bijwoorden meestal na het eerste werkwoord of tussen de hulpwerkwoorden.

Voorbeelden:
– She has always been praised for her hard work. (Ze is altijd geprezen voor haar harde werk.)
– They will definitely be going on vacation this summer. (Ze gaan deze zomer zeker op vakantie.)

In deze voorbeelden staan de bijwoorden “always” en “definitely” na het eerste werkwoord “been” en tussen de hulpwerkwoorden “will” en “be”.

De positie van bijwoorden in vragende zinnen

In vragende zinnen worden bijwoorden meestal vóór het werkwoord geplaatst.

Voorbeelden:
– Can you quickly finish your homework? (Kun je snel je huiswerk afmaken?)
– Did she really say that? (Heeft ze dat echt gezegd?)

In deze voorbeelden staan de bijwoorden “quickly” en “really” vóór de werkwoorden “finish” en “say”.

Conclusie

De positie van bijwoorden in de Engelse grammatica hangt af van het type werkwoord, de tijdsvorm en de zinsstructuur. Over het algemeen staan bijwoorden vóór het werkwoord, maar ze kunnen ook tussen hulpwerkwoorden of na het eerste werkwoord in zinnen met meerdere werkwoorden staan. Het is belangrijk om de juiste positie van bijwoorden te begrijpen om duidelijke en correcte zinnen te kunnen vormen in het Engels.

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller