Introductie
In de Engelse grammatica spelen demonstratieve voornaamwoorden een essentiƫle rol bij het aanwijzen en identificeren van mensen, dieren, dingen en plaatsen. Demonstratieve voornaamwoorden geven aan waar iets of iemand zich bevindt in relatie tot de spreker en de luisteraar. Dit artikel zal een gedetailleerde uitleg geven over de verschillende soorten demonstratieve voornaamwoorden in het Engels, hun gebruik en grammaticaregels.
Demonstratieve Voornaamwoorden
In het Engels zijn er vier belangrijke demonstratieve voornaamwoorden: this, that, these en those. Elk van deze voornaamwoorden geeft de afstand aan tussen de spreker en het aangewezen object.
This wordt gebruikt om naar een enkel object te verwijzen dat dichtbij de spreker staat, terwijl that wordt gebruikt om naar een enkel object te verwijzen dat verder van de spreker af staat. Bijvoorbeeld:
– This car is mine. (Deze auto is van mij. Het object staat dichtbij de spreker.)
– That house is beautiful. (Dat huis is mooi. Het object staat verder weg van de spreker.)
These wordt gebruikt om te verwijzen naar meerdere objecten die dichtbij de spreker staan, terwijl those wordt gebruikt om te verwijzen naar meerdere objecten die verder van de spreker af staan. Bijvoorbeeld:
– These books are mine. (Deze boeken zijn van mij. De objecten staan dichtbij de spreker.)
– Those houses are beautiful. (Die huizen zijn mooi. De objecten staan verder weg van de spreker.)
Het is belangrijk op te merken dat de afstand van de spreker tot het object relatief is en afhangt van de context. Wat als dichtbij wordt beschouwd voor de spreker, kan als ver weg worden ervaren voor iemand anders.
Demonstratieve Voornaamwoorden als Bijvoeglijk Naamwoord
Demonstratieve voornaamwoorden kunnen ook worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord om een zelfstandig naamwoord te beschrijven. In deze functie nemen ze de grammaticale functie van een bijvoeglijk naamwoord over. Bijvoorbeeld:
– I like this book. (Ik vind dit boek leuk. “This” beschrijft het zelfstandig naamwoord “book”.)
– That dog is friendly. (Die hond is vriendelijk. “That” beschrijft het zelfstandig naamwoord “dog”.)
– These chairs are comfortable. (Deze stoelen zijn comfortabel. “These” beschrijft het zelfstandig naamwoord “chairs”.)
– Look at those flowers. (Kijk naar die bloemen. “Those” beschrijft het zelfstandig naamwoord “flowers”.)
Let op dat het enkelvoudige woord “this” wordt gebruikt bij een enkelvoudig zelfstandig naamwoord, terwijl “that” wordt gebruikt bij een enkelvoudig zelfstandig naamwoord dat verder weg is. De meervoudige woorden “these” en “those” worden respectievelijk gebruikt bij meervoudige zelfstandige naamwoorden die dichtbij en ver weg zijn.
Gebruik van Demonstratieve Voornaamwoorden
Demonstratieve voornaamwoorden worden gebruikt om objecten te identificeren, te beschrijven of naar ze te verwijzen. Ze kunnen ook worden gebruikt om de afstand tussen de spreker en het object aan te geven. Hier zijn enkele belangrijke regels voor het gebruik van demonstratieve voornaamwoorden:
1. Demonstratieve voornaamwoorden worden meestal geplaatst vĆ³Ć³r het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven of waarnaar ze verwijzen. Bijvoorbeeld:
– That book is interesting. (Dat boek is interessant.)
2. Demonstratieve voornaamwoorden kunnen ook aan het einde van een zin worden geplaatst om extra nadruk te leggen op het aangewezen object. Bijvoorbeeld:
– I want to buy this, not that. (Ik wil dit kopen, niet dat.)
3. Demonstratieve voornaamwoorden kunnen worden gebruikt in vragende zinnen om te vragen naar specifieke objecten. Bijvoorbeeld:
– Which of these shirts do you like? (Welk van deze shirts vind jij leuk?)
4. Bij het verwijzen naar een object dat al bekend is in de context, kan een demonstratief voornaamwoord worden gebruikt om herhaling te voorkomen. Bijvoorbeeld:
– John has a car. This is his car. (John heeft een auto. Deze auto is van hem.)
5. Bij het praten over iets dat nog moet gebeuren, kan het woord “that” worden gebruikt om naar een toekomstig moment te verwijzen. Bijvoorbeeld:
– I’ll see you at that party next week. (Ik zie je op dat feest volgende week.)
Demonstratieve Voornaamwoorden en Afkortingen
Demonstratieve voornaamwoorden kunnen ook worden afgekort in informele gesproken taal. Hier zijn enkele veelvoorkomende afkortingen:
– “This” kan worden afgekort tot “‘s”. Bijvoorbeeld: It’s a nice day, ‘sunny’. (Het is een mooie dag, ‘zonnig’.)
– “That” kan worden afgekort tot “‘at”. Bijvoorbeeld: I want to wear ‘at dress. (Ik wil die jurk dragen.)
– “These” kan worden afgekort tot “‘z”. Bijvoorbeeld: Are ‘z your shoes? (Zijn dit jouw schoenen?)
– “Those” kan worden afgekort tot “‘ose”. Bijvoorbeeld: I like ‘ose flowers. (Ik vind die bloemen leuk.)
Het gebruik van afkortingen van demonstratieve voornaamwoorden is informeel en wordt voornamelijk gebruikt in gesproken taal.
Samenvatting
Demonstratieve voornaamwoorden zijn een essentieel onderdeel van de Engelse grammatica en worden gebruikt om objecten aan te wijzen, te identificeren en te beschrijven. Ze geven de afstand aan tussen de spreker en het aangewezen object. De belangrijkste demonstratieve voornaamwoorden zijn “this”, “that”, “these” en “those”. Ze kunnen ook worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord om zelfstandige naamwoorden te beschrijven. Het correct gebruik van demonstratieve voornaamwoorden draagt bij aan duidelijke communicatie en nauwkeurige beschrijvingen in het Engels.