Het leren van een nieuwe taal tot op een gevorderd niveau, zoals het C2-niveau, kan een uitdagende maar zeer lonende ervaring zijn. Voor het Lets, een taal die rijk is aan geschiedenis en cultuur, is het essentieel om een uitgebreide woordenschat te hebben. Hieronder vindt u een lijst van 50 essentiële woorden die u moet kennen om op C2-niveau te kunnen communiceren in het Lets.
1. Vocabulaire voor dagelijkse communicatie
1. Sveiki – Hallo: Dit is een basisgroet die overal in Letland gebruikt wordt.
2. Lūdzu – Alsjeblieft: Gebruikt in verschillende contexten, zoals bij het geven van iets of bij het vragen om iets.
3. Paldies – Dank je: Een essentieel woord om beleefdheid te tonen.
4. Jā – Ja: Een eenvoudig maar cruciaal woord voor elke conversatie.
5. Nē – Nee: Net zo belangrijk als “ja”.
2. Woorden voor persoonlijke relaties
6. Draugs – Vriend: Een belangrijk woord om sociale relaties te beschrijven.
7. Ģimene – Familie: Familie is een belangrijk onderdeel van de Letse cultuur.
8. Bērns – Kind: Handig om te weten bij het praten over familie.
9. Vīrs – Man: Een woord dat in veel contexten voorkomt.
10. Sieva – Vrouw: Even belangrijk als “man”.
3. Woorden voor het beschrijven van plaatsen en situaties
11. Māja – Huis: Een basiswoord om over wonen te praten.
12. Skola – School: Belangrijk voor gesprekken over opleiding.
13. Darbs – Werk: Essentieel voor gesprekken over de dagelijkse routine.
14. Veikals – Winkel: Handig voor alledaagse activiteiten.
15. Slimnīca – Ziekenhuis: Belangrijk voor noodgevallen.
4. Woorden voor emoties en gevoelens
16. Prieks – Vreugde: Belangrijk om positieve emoties te beschrijven.
17. Skumjas – Verdriet: Even belangrijk om negatieve emoties te beschrijven.
18. Dusmas – Woede: Een sterke emotie die vaak in gesprekken voorkomt.
19. Bailes – Angst: Handig om te weten bij het uiten van zorgen.
20. Mīlestība – Liefde: Een van de meest fundamentele menselijke emoties.
5. Woorden voor eten en drinken
21. Maize – Brood: Een basisvoedsel in Letland.
22. Piens – Melk: Veel gebruikt in de dagelijkse voeding.
23. Ūdens – Water: Essentieel voor elk gesprek over drinken.
24. Gaļa – Vlees: Vaak besproken in de context van maaltijden.
25. Augļi – Fruit: Belangrijk voor een gezond dieet.
6. Woorden voor tijd en dagen
26. Šodien – Vandaag: Belangrijk voor het maken van plannen.
27. Rīt – Morgen: Even cruciaal als “vandaag”.
28. Vakar – Gisteren: Handig voor het beschrijven van het verleden.
29. Nedēļa – Week: Een basiswoord voor het plannen van langere periodes.
30. Mēnesis – Maand: Noodzakelijk voor gesprekken over tijd en planning.
7. Woorden voor natuur en omgeving
31. Mežs – Bos: Letland staat bekend om zijn uitgestrekte bossen.
32. Ezers – Meer: Veel gebruikt in de context van recreatie en natuur.
33. Jūra – Zee: Letland heeft een lange kustlijn aan de Oostzee.
34. Kalns – Berg: Hoewel Letland niet erg bergachtig is, komt dit woord toch voor.
35. Zieds – Bloem: Belangrijk voor het beschrijven van de natuur.
8. Woorden voor transport en reizen
36. Auto – Auto: Een veelgebruikt vervoermiddel.
37. Vilciens – Trein: Belangrijk voor intercityreizen.
38. Lidmašīna – Vliegtuig: Essentieel voor internationale reizen.
39. Ceļš – Weg: Handig bij het beschrijven van routes.
40. Biļete – Ticket: Noodzakelijk voor reizen met het openbaar vervoer.
9. Woorden voor technologie en communicatie
41. Tālrunis – Telefoon: Een onmisbaar hulpmiddel in de moderne wereld.
42. Dators – Computer: Essentieel voor werk en persoonlijke communicatie.
43. E-pasts – E-mail: Een standaard communicatiemiddel.
44. Internets – Internet: Fundamenteel voor toegang tot informatie.
45. Televizors – Televisie: Een belangrijk apparaat voor ontspanning en nieuws.
10. Woorden voor gezondheid en welzijn
46. Veselība – Gezondheid: Een cruciaal onderwerp in elke taal.
47. Ārsts – Dokter: Een belangrijk woord bij medische situaties.
48. Zāles – Medicijnen: Essentieel voor gesprekken over gezondheid.
49. Slimība – Ziekte: Belangrijk om te weten in geval van medische problemen.
50. Vingrinājumi – Oefeningen: Handig voor gesprekken over fitness en welzijn.
Met deze 50 essentiële woorden bent u goed voorbereid om op C2-niveau in het Lets te communiceren. Het beheersen van deze woorden zal u helpen bij het voeren van diepgaande gesprekken en het begrijpen van complexe teksten. Vergeet niet dat taal leren een continue proces is en dat regelmatig oefenen de sleutel is tot succes. Veel succes met uw verdere studies van het Lets!