Engels leren op C2-niveau is geen gemakkelijke taak. Het vereist een diep begrip van de taal, inclusief complex vocabulaire, nuances en idiomen. In dit artikel zullen we 50 essentiële woorden behandelen die u moet kennen om uw Engelse vaardigheden naar een hoger niveau te tillen. Deze woorden komen vaak voor in academische teksten, formele gesprekken en literatuur. Ze zullen u helpen om niet alleen beter te begrijpen, maar ook om indruk te maken met uw taalgebruik.
Academische en formele woorden
1. **Abandon** – Verlaten, opgeven. Bijvoorbeeld: “He decided to abandon the project due to lack of funding.”
2. **Abundant** – Overvloedig, rijkelijk. Bijvoorbeeld: “The region is abundant in natural resources.”
3. **Adverse** – Ongunstig, nadelig. Bijvoorbeeld: “The adverse weather conditions caused delays in the flight schedule.”
4. **Advocate** – Voorstander, pleiten voor. Bijvoorbeeld: “She is a strong advocate for environmental protection.”
5. **Alleviate** – Verlichten, verminderen. Bijvoorbeeld: “The medicine helped to alleviate the pain.”
6. **Ambiguous** – Dubbelzinnig, onduidelijk. Bijvoorbeeld: “His statement was ambiguous and left everyone confused.”
7. **Ample** – Voldoende, ruim. Bijvoorbeeld: “There is ample evidence to support his theory.”
8. **Anticipate** – Verwachten, voorzien. Bijvoorbeeld: “We anticipate that sales will increase next quarter.”
9. **Astonishing** – Verbazingwekkend, indrukwekkend. Bijvoorbeeld: “The results of the experiment were astonishing.”
10. **Benevolent** – Welwillend, vriendelijk. Bijvoorbeeld: “He was known for his benevolent nature.”
Complexe en geavanceerde termen
11. **Circumvent** – Omzeilen, ontwijken. Bijvoorbeeld: “They found a way to circumvent the legal restrictions.”
12. **Coherent** – Samenhangend, logisch. Bijvoorbeeld: “Her argument was clear and coherent.”
13. **Commence** – Beginnen, aanvatten. Bijvoorbeeld: “The meeting will commence at 10 AM.”
14. **Conceive** – Bedenken, voorstellen. Bijvoorbeeld: “It’s difficult to conceive of a world without technology.”
15. **Concur** – Instemmen, overeenkomen. Bijvoorbeeld: “I concur with your assessment.”
16. **Convoluted** – Ingewikkeld, complex. Bijvoorbeeld: “The plot of the movie was too convoluted to follow.”
17. **Culminate** – Culmineren, uitmonden in. Bijvoorbeeld: “The festival will culminate in a grand fireworks display.”
18. **Debilitate** – Verzwakken, ondermijnen. Bijvoorbeeld: “The disease can debilitate even the strongest individuals.”
19. **Deference** – Eerbied, respect. Bijvoorbeeld: “He showed deference to his elders.”
20. **Diligent** – Ijverig, nauwgezet. Bijvoorbeeld: “She is a diligent student who always submits her assignments on time.”
Woorden voor beschrijvingen en nuances
21. **Eloquent** – Welsprekend, welbespraakt. Bijvoorbeeld: “The speaker gave an eloquent speech that moved everyone.”
22. **Empathy** – Empathie, inlevingsvermogen. Bijvoorbeeld: “Her empathy for others made her a great counselor.”
23. **Encompass** – Omvatten, omvatten. Bijvoorbeeld: “The study encompasses various aspects of human behavior.”
24. **Ephemeral** – Kortstondig, vluchtig. Bijvoorbeeld: “Fame in the entertainment industry is often ephemeral.”
25. **Equivocal** – Dubbelzinnig, twijfelachtig. Bijvoorbeeld: “His equivocal response did not provide a clear answer.”
26. **Exacerbate** – Verergeren, verscherpen. Bijvoorbeeld: “The new policies may exacerbate the current economic problems.”
27. **Exemplary** – Voorbeeldig, uitstekend. Bijvoorbeeld: “She received an award for her exemplary performance.”
28. **Exquisite** – Fijn, prachtig. Bijvoorbeeld: “The restaurant is known for its exquisite cuisine.”
29. **Formidable** – Geducht, indrukwekkend. Bijvoorbeeld: “He faced a formidable opponent in the finals.”
30. **Frivolous** – Lichtzinnig, oppervlakkig. Bijvoorbeeld: “The lawsuit was dismissed as frivolous.”
Woorden voor emoties en gevoelens
31. **Gratitude** – Dankbaarheid, erkentelijkheid. Bijvoorbeeld: “He expressed his gratitude to everyone who helped him.”
32. **Hapless** – Ongelukkig, pech. Bijvoorbeeld: “The hapless traveler lost his luggage.”
33. **Impeccable** – Onberispelijk, vlekkeloos. Bijvoorbeeld: “Her taste in fashion is impeccable.”
34. **Impetuous** – Onbezonnen, impulsief. Bijvoorbeeld: “His impetuous actions often get him into trouble.”
35. **Indispensable** – Onmisbaar, essentieel. Bijvoorbeeld: “A good dictionary is indispensable for language learners.”
36. **Inevitable** – Onvermijdelijk, onontkoombaar. Bijvoorbeeld: “Change is inevitable in any organization.”
37. **Intricate** – Ingewikkeld, verfijnd. Bijvoorbeeld: “The design of the building is intricate and beautiful.”
38. **Jubilant** – Juichend, opgetogen. Bijvoorbeeld: “The team was jubilant after their victory.”
39. **Lament** – Beklagen, betreuren. Bijvoorbeeld: “She lamented the loss of her childhood home.”
40. **Lucid** – Helder, duidelijk. Bijvoorbeeld: “He gave a lucid explanation of the complex issue.”
Woorden voor situaties en omstandigheden
41. **Mitigate** – Verzachten, verminderen. Bijvoorbeeld: “Efforts were made to mitigate the impact of the disaster.”
42. **Obsolete** – Verouderd, achterhaald. Bijvoorbeeld: “The technology has become obsolete.”
43. **Omnipotent** – Almachtig, alwetend. Bijvoorbeeld: “The character in the story was portrayed as omnipotent.”
44. **Ostentatious** – Opzichtig, pronkerig. Bijvoorbeeld: “The ostentatious display of wealth was off-putting.”
45. **Perplexing** – Verwarrend, raadselachtig. Bijvoorbeeld: “The instructions were perplexing and hard to follow.”
46. **Pragmatic** – Pragmatisch, praktisch. Bijvoorbeeld: “She takes a pragmatic approach to problem-solving.”
47. **Precarious** – Onzeker, wankel. Bijvoorbeeld: “The ladder was in a precarious position.”
48. **Prolific** – Productief, vruchtbaar. Bijvoorbeeld: “He is a prolific writer with numerous published works.”
49. **Resilient** – Veerkrachtig, weerbaar. Bijvoorbeeld: “The community showed resilient spirit after the disaster.”
50. **Scrupulous** – Nauwgezet, gewetensvol. Bijvoorbeeld: “She is known for her scrupulous attention to detail.”
Conclusie
Het beheersen van deze 50 essentiële woorden zal uw Engelse taalvaardigheid aanzienlijk verbeteren. Door deze woorden regelmatig te gebruiken en te oefenen, zult u merken dat uw begrip en communicatievaardigheden op een hoger niveau komen. Vergeet niet dat taal leren een doorlopend proces is, en hoe meer u oefent, hoe beter u wordt. Veel succes met uw taalstudie!