50 essentiële woorden die u moet kennen voor Duits op B2-niveau

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende onderneming zijn, vooral als je je wilt verdiepen in de nuances en complexiteit van de taal. Duits, met zijn rijke geschiedenis en uitgebreide vocabulaire, is geen uitzondering. Als je je Duits naar een hoger niveau wilt tillen, specifiek naar B2-niveau, is het essentieel om een solide basis van woorden en uitdrukkingen te hebben. In dit artikel zullen we 50 essentiële Duitse woorden behandelen die je moet kennen om op B2-niveau effectief te communiceren. Laten we beginnen!

1. Alltag (het dagelijks leven)

Het woord “Alltag” verwijst naar de dagelijkse routine en activiteiten. Het is een veelgebruikt woord dat vaak voorkomt in gesprekken over wat iemand doet gedurende de dag.

2. Beschäftigung (bezigheid)

“Beschäftigung” betekent bezigheid of werk. Het is handig om dit woord te kennen wanneer je praat over je werk of hobby’s.

3. Gelegenheit (gelegenheid)

“Gelegenheit” betekent kans of mogelijkheid. Dit woord komt vaak voor in contexten waarin je praat over mogelijkheden en kansen.

4. Erlebnis (ervaring)

“Erlebnis” verwijst naar een ervaring of gebeurtenis. Het is nuttig in gesprekken over persoonlijke ervaringen en gebeurtenissen.

5. Verständnis (begrip)

“Verständnis” betekent begrip. Dit is een belangrijk woord in allerlei contexten, van persoonlijke relaties tot academische discussies.

6. Entscheidung (beslissing)

“Entscheidung” betekent beslissing. Dit woord is essentieel voor gesprekken over keuzes en beslissingen.

7. Erlaubnis (toestemming)

“Erlaubnis” betekent toestemming. Dit is een belangrijk woord in formele en informele contexten waarin toestemming wordt besproken.

8. Erfahrung (ervaring)

“Erfahrung” betekent ervaring. Dit woord is belangrijk in professionele en educatieve gesprekken.

9. Fähigkeit (vaardigheid)

“Fähigkeit” betekent vaardigheid of bekwaamheid. Dit woord is nuttig in gesprekken over wat iemand kan doen.

10. Verantwortung (verantwoordelijkheid)

“Verantwortung” betekent verantwoordelijkheid. Dit is een essentieel woord in vele contexten, van werk tot persoonlijke relaties.

11. Gelegenheit (gelegenheid)

“Gelegenheit” betekent kans of gelegenheid. Dit woord wordt vaak gebruikt wanneer men spreekt over mogelijkheden die zich voordoen.

12. Hilfe (hulp)

“Hilfe” betekent hulp. Dit is een basiswoord dat in veel verschillende situaties nuttig is.

13. Angst (angst)

“Angst” betekent angst. Dit woord is belangrijk voor het uiten van gevoelens en emoties.

14. Freude (vreugde)

“Freude” betekent vreugde. Dit woord wordt gebruikt om positieve emoties en gevoelens uit te drukken.

15. Geduld (geduld)

“Geduld” betekent geduld. Dit is een belangrijk woord in contexten waarin men spreekt over het wachten of het verdragen van situaties.

16. Interesse (interesse)

“Interesse” betekent interesse. Dit is een veelgebruikt woord in gesprekken over hobby’s, werk en persoonlijke voorkeuren.

17. Möglichkeit (mogelijkheid)

“Möglichkeit” betekent mogelijkheid. Dit woord is essentieel in gesprekken over kansen en opties.

18. Verbesserung (verbetering)

“Verbesserung” betekent verbetering. Dit woord wordt vaak gebruikt in contexten waarin men spreekt over vooruitgang en ontwikkeling.

19. Veränderung (verandering)

“Veränderung” betekent verandering. Dit woord is nuttig in gesprekken over veranderingen in het leven of werk.

20. Vertrauen (vertrouwen)

“Vertrauen” betekent vertrouwen. Dit is een belangrijk woord in persoonlijke en professionele relaties.

21. Gedanke (gedachte)

“Gedanke” betekent gedachte. Dit woord is essentieel in gesprekken over ideeën en overwegingen.

22. Wissen (kennis)

“Wissen” betekent kennis. Dit is een belangrijk woord in educatieve en professionele contexten.

23. Ziel (doel)

“Ziel” betekent doel. Dit woord is nuttig in gesprekken over ambities en plannen.

24. Zukunft (toekomst)

“Zukunft” betekent toekomst. Dit woord is belangrijk in gesprekken over plannen en vooruitzichten.

25. Vergangenheit (verleden)

“Vergangenheit” betekent verleden. Dit woord is nuttig in gesprekken over geschiedenis en persoonlijke ervaringen.

26. Gegenwart (heden)

“Gegenwart” betekent heden. Dit woord is belangrijk in gesprekken over huidige situaties en omstandigheden.

27. Erfahrung (ervaring)

“Erfahrung” betekent ervaring. Dit woord is belangrijk in professionele en educatieve gesprekken.

28. Beziehung (relatie)

“Beziehung” betekent relatie. Dit woord is essentieel in gesprekken over persoonlijke en professionele relaties.

29. Entscheidung (beslissing)

“Entscheidung” betekent beslissing. Dit woord is essentieel voor gesprekken over keuzes en beslissingen.

30. Bedeutung (betekenis)

“Bedeutung” betekent betekenis. Dit woord is belangrijk in contexten waarin men spreekt over de betekenis van woorden, situaties, of gebeurtenissen.

31. Möglichkeit (mogelijkheid)

“Möglichkeit” betekent mogelijkheid. Dit woord is essentieel in gesprekken over kansen en opties.

32. Verantwortung (verantwoordelijkheid)

“Verantwortung” betekent verantwoordelijkheid. Dit is een belangrijk woord in vele contexten, van werk tot persoonlijke relaties.

33. Zustimmung (toestemming)

“Zustimmung” betekent toestemming. Dit woord is belangrijk in formele en informele contexten waarin toestemming wordt besproken.

34. Veränderung (verandering)

“Veränderung” betekent verandering. Dit woord is nuttig in gesprekken over veranderingen in het leven of werk.

35. Verbesserung (verbetering)

“Verbesserung” betekent verbetering. Dit woord wordt vaak gebruikt in contexten waarin men spreekt over vooruitgang en ontwikkeling.

36. Vertrauen (vertrouwen)

“Vertrauen” betekent vertrouwen. Dit is een belangrijk woord in persoonlijke en professionele relaties.

37. Interesse (interesse)

“Interesse” betekent interesse. Dit is een veelgebruikt woord in gesprekken over hobby’s, werk en persoonlijke voorkeuren.

38. Geduld (geduld)

“Geduld” betekent geduld. Dit is een belangrijk woord in contexten waarin men spreekt over het wachten of het verdragen van situaties.

39. Entscheidung (beslissing)

“Entscheidung” betekent beslissing. Dit woord is essentieel voor gesprekken over keuzes en beslissingen.

40. Verantwortung (verantwoordelijkheid)

“Verantwortung” betekent verantwoordelijkheid. Dit is een belangrijk woord in vele contexten, van werk tot persoonlijke relaties.

41. Möglichkeit (mogelijkheid)

“Möglichkeit” betekent mogelijkheid. Dit woord is essentieel in gesprekken over kansen en opties.

42. Bedeutung (betekenis)

“Bedeutung” betekent betekenis. Dit woord is belangrijk in contexten waarin men spreekt over de betekenis van woorden, situaties, of gebeurtenissen.

43. Ziel (doel)

“Ziel” betekent doel. Dit woord is nuttig in gesprekken over ambities en plannen.

44. Veränderung (verandering)

“Veränderung” betekent verandering. Dit woord is nuttig in gesprekken over veranderingen in het leven of werk.

45. Vertrauen (vertrouwen)

“Vertrauen” betekent vertrouwen. Dit is een belangrijk woord in persoonlijke en professionele relaties.

46. Gedanke (gedachte)

“Gedanke” betekent gedachte. Dit woord is essentieel in gesprekken over ideeën en overwegingen.

47. Wissen (kennis)

“Wissen” betekent kennis. Dit is een belangrijk woord in educatieve en professionele contexten.

48. Vergangenheit (verleden)

“Vergangenheit” betekent verleden. Dit woord is nuttig in gesprekken over geschiedenis en persoonlijke ervaringen.

49. Zukunft (toekomst)

“Zukunft” betekent toekomst. Dit woord is belangrijk in gesprekken over plannen en vooruitzichten.

50. Gegenwart (heden)

“Gegenwart” betekent heden. Dit woord is belangrijk in gesprekken over huidige situaties en omstandigheden.

Met deze 50 essentiële woorden heb je een solide basis om je Duits naar B2-niveau te tillen. Onthoud dat het leren van een taal niet alleen gaat om het onthouden van woorden, maar ook om het begrijpen van hun context en het effectief gebruiken ervan in gesprekken. Blijf oefenen, gebruik deze woorden in je dagelijkse gesprekken en je zult merken dat je taalvaardigheid aanzienlijk verbetert. Veel succes met je taalleerreis!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller