Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook zeer lonende ervaring zijn. Het Kazachs, een Turkse taal die in Kazachstan gesproken wordt, heeft zijn eigen unieke charme en structuur. Als je je Kazachs naar een hoger niveau wilt tillen, is het cruciaal om een solide basis van essentiële woorden te hebben. In dit artikel zullen we 50 belangrijke woorden behandelen die je moet kennen op A2-niveau. Deze woorden zullen je helpen om alledaagse gesprekken te voeren en je begrip van de taal te versterken.
Basiswoorden
1. Ja – Иә (Ia)
Een van de eerste woorden die je in elke taal leert, is “ja”. Het is eenvoudig, maar essentieel voor het bevestigen van vragen en het tonen van instemming.
2. Nee – Жоқ (Zhoq)
Het tegenovergestelde van ja, en net zo belangrijk. Dit woord helpt je om te ontkennen of af te wijzen.
3. Dank je – Рақмет (Rakhmet)
Een beleefd woord dat je vaak zult gebruiken om je dankbaarheid te tonen.
4. Alsjeblieft – Өтінемін (Ötinemin)
Dit woord is nuttig in verschillende situaties, van het vragen om iets tot het overhandigen van iets aan iemand.
5. Hallo – Сәлем (Salem)
Een eenvoudige en vriendelijke begroeting die je vaak zult gebruiken.
6. Tot ziens – Сау болыңыз (Sau bolynyz)
Een beleefde manier om afscheid te nemen.
Familie en Relaties
7. Moeder – Ана (Ana)
Een van de belangrijkste woorden in elke taal.
8. Vader – Әке (Äke)
Net zo belangrijk als moeder, en vaak gebruikt in gesprekken over familie.
9. Broer – Аға (Ağa)
Handig om te weten als je over je familie praat.
10. Zus – Әпке (Äpke)
Even belangrijk als broer, vooral in familiegesprekken.
11. Vriend – Дос (Dos)
Een woord dat je vaak zult gebruiken om je sociale kring te beschrijven.
12. Vriendin – Қыз дос (Qyz dos)
Nuttig om vrouwelijke vrienden te beschrijven.
Getallen en Tellen
13. Een – Бір (Bir)
14. Twee – Екі (Eki)
15. Drie – Үш (Üsh)
16. Vier – Төрт (Tört)
17. Vijf – Бес (Bes)
18. Zes – Алты (Alty)
19. Zeven – Жеті (Zheti)
20. Acht – Сегіз (Segiz)
21. Negen – Тоғыз (Toğız)
22. Tien – Он (On)
Dagen van de Week
23. Maandag – Дүйсенбі (Düysenbi)
24. Dinsdag – Сейсенбі (Seisenbi)
25. Woensdag – Сәрсенбі (Särsenbi)
26. Donderdag – Бейсенбі (Beisenbi)
27. Vrijdag – Жұма (Zhüma)
28. Zaterdag – Сенбі (Senbi)
29. Zondag – Жексенбі (Zheksenbi)
Veelgebruikte Werkwoorden
30. Eten – Жеу (Zheu)
Een basiswerkwoord dat je vaak zult gebruiken.
31. Drinken – Ішу (Ishu)
Net zo belangrijk als eten.
32. Gaan – Бару (Baru)
Een basiswerkwoord dat je helpt om richting aan te geven.
33. Komen – Келу (Kelu)
Belangrijk voor het aangeven van beweging.
34. Lezen – Оқу (Oqu)
Een nuttig werkwoord, vooral als je studeert of ontspant.
35. Schrijven – Жазу (Zhazu)
Essentieel voor communicatie.
Bijvoeglijke Naamwoorden
36. Groot – Үлкен (Ülken)
Handig om de grootte van dingen te beschrijven.
37. Klein – Кіші (Kishi)
Het tegenovergestelde van groot.
38. Mooi – Әдемі (Ädemi)
Een woord dat je vaak zult gebruiken om schoonheid te beschrijven.
39. Lelijk – Нашар (Nashar)
Het tegenovergestelde van mooi.
40. Oud – Ескі (Eski)
Nuttig om de leeftijd van dingen te beschrijven.
41. Nieuw – Жаңа (Jaña)
Het tegenovergestelde van oud.
Vraagwoorden
42. Wie – Кім (Kim)
Een basisvraagwoord dat je helpt om informatie over personen te verkrijgen.
43. Wat – Не (Ne)
Nuttig voor het vragen naar objecten of situaties.
44. Waar – Қайда (Qayda)
Belangrijk voor het vragen naar locaties.
45. Wanneer – Қашан (Qashan)
Essentieel voor het vragen naar tijd.
46. Waarom – Неге (Nege)
Nuttig voor het begrijpen van redenen.
47. Hoe – Қалай (Qalay)
Een veelzijdig vraagwoord dat je helpt om methoden of manieren te begrijpen.
Overige Belangrijke Woorden
48. Huis – Үй (Üy)
Een basiswoord dat je vaak zult gebruiken in gesprekken over wonen.
49. Auto – Көлік (Kölik)
Nuttig voor gesprekken over transport.
50. School – Мектеп (Mektep)
Essentieel voor gesprekken over onderwijs.
Het leren van deze 50 essentiële woorden zal je een sterke basis geven om je Kazachs verder te verbeteren. Probeer deze woorden regelmatig te oefenen en in je dagelijkse gesprekken te gebruiken. Veel succes met je taalreis!