Slowaakse woorden die u moet kennen voor A1-niveau

Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar zeer lonende ervaring zijn. Voor degenen die beginnen met het leren van het Slowaaks, is het belangrijk om een basiswoordenschat op te bouwen die u in alledaagse situaties kunt gebruiken. In dit artikel bespreken we enkele van de meest essentiƫle Slowaakse woorden die u moet kennen voor A1-niveau. Deze woorden zullen u helpen bij het voeren van eenvoudige gesprekken, het begrijpen van basisinstructies en het navigeren door dagelijkse activiteiten.

Begroetingen en Beleefdheidsvormen

Een van de eerste dingen die u moet leren in een nieuwe taal, zijn de begroetingen en beleefdheidsvormen. Dit helpt u om vriendelijk en respectvol over te komen wanneer u met anderen communiceert.

DobrĆ½ deň – Goedendag
Ahoj – Hallo
Čau – Hoi / Dag (informeel)
DobrĆ½ večer – Goedenavond
DobrĆŗ noc – Goede nacht
ProsĆ­m – Alstublieft
Ďakujem – Dank u
Nech sa pĆ”Äi – Graag gedaan / Hier is het (bij het overhandigen van iets)
PrepĆ”Äte – Sorry / Excuseer
Zbohom – Vaarwel

Basiswoorden voor Dagelijkse Situaties

Deze woorden zijn handig in verschillende alledaagse situaties zoals winkelen, eten en reizen.

Ɓno – Ja
Nie – Nee
Možno – Misschien
Pomoc – Hulp
Toaleta – Toilet
ReÅ”taurĆ”cia – Restaurant
Hotel – Hotel
Nemocnica – Ziekenhuis
PolĆ­cia – Politie
PoÅ”ta – Postkantoor
Bankomat – Geldautomaat

Getallen

Het kennen van de getallen is cruciaal, vooral bij het winkelen of het geven van je telefoonnummer.

Jeden – EĆ©n
Dva – Twee
Tri – Drie
Å tyri – Vier
PeÅ„ – Vijf
Å esÅ„ – Zes
Sedem – Zeven
Osem – Acht
DevĆ¤Å„ – Negen
DesaÅ„ – Tien

Dagen van de Week

Het kennen van de dagen van de week helpt u om afspraken te maken en uw week te plannen.

Pondelok – Maandag
Utorok – Dinsdag
Streda – Woensdag
Å tvrtok – Donderdag
Piatok – Vrijdag
Sobota – Zaterdag
Nedeľa – Zondag

Familie en Mensen

Het kunnen praten over uw familie en andere mensen is een belangrijk onderdeel van elke taal.

Rodina – Familie
Otec – Vader
Matka – Moeder
Brat – Broer
Sestra – Zus
Syn – Zoon
DcĆ©ra – Dochter
Dedko – Grootvader
Babka – Grootmoeder
Priateľ – Vriend
Priateľka – Vriendin

Vragen en Antwoorden

Het stellen van vragen en het geven van antwoorden is essentieel voor communicatie in elke taal.

Čo? – Wat?
Kto? – Wie?
Kedy? – Wanneer?
Kde? – Waar?
Prečo? – Waarom?
Ako? – Hoe?
Koľko? – Hoeveel?
Ɓno – Ja
Nie – Nee
Možno – Misschien

Basiswerkwoorden

Werkwoorden vormen de kern van elke zin. Hier zijn enkele basiswerkwoorden die u moet kennen.

ByÅ„ – Zijn
MaÅ„ – Hebben
RobiÅ„ – Doen/maken
ƍsÅ„ – Gaan
VidieÅ„ – Zien
PočuÅ„ – Horen
VedieÅ„ – Weten
ChcieÅ„ – Willen
JesÅ„ – Eten
Pitie – Drinken

Bijvoeglijke Naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden helpen u om dingen en mensen te beschrijven.

DobrĆ½ – Goed
ZlĆ½ – Slecht
VeľkĆ½ – Groot
MalĆ½ – Klein
KrĆ”sny – Mooi
Å karedĆ½ – Lelijk
StarĆ½ – Oud
NovĆ½ – Nieuw
HorĆŗci – Heet
StudenĆ½ – Koud

Voeding en Dranken

Als u in een restaurant bestelt of boodschappen doet, zijn deze woorden zeer nuttig.

Chlieb – Brood
Maslo – Boter
Mlieko – Melk
Voda – Water
KĆ”va – Koffie
Čaj – Thee
VĆ­no – Wijn
Pivo – Bier
Jablko – Appel
BanĆ”n – Banaan

Reizen en Vervoer

Deze woorden zijn handig wanneer u door Slowakije reist.

Vlak – Trein
Autobus – Bus
Auto – Auto
Lietadlo – Vliegtuig
Letisko – Luchthaven
Stanica – Station
LĆ­stok – Ticket
Cesta – Weg
Mesto – Stad
Mapa – Kaart

Tijd en Datum

Het begrijpen van de tijd en datum helpt u om op tijd te zijn voor afspraken en planningen.

Hodina – Uur
MinĆŗta – Minuut
Sekunda – Seconde
Dnes – Vandaag
Včera – Gisteren
Zajtra – Morgen
TĆ½Å¾deň – Week
Mesiac – Maand
Rok – Jaar
DĆ”tum – Datum

Kleuren

Het kennen van kleuren helpt bij het beschrijven van objecten en het maken van keuzes.

ČervenĆ½ – Rood
ModrĆ½ – Blauw
ZelenĆ½ – Groen
ŽltĆ½ – Geel
Čierny – Zwart
Biely – Wit
SivĆ½ – Grijs
OranžovĆ½ – Oranje
RužovĆ½ – Roze
HnedĆ½ – Bruin

Alledaagse Activiteiten

Deze woorden beschrijven enkele van de meest voorkomende dagelijkse activiteiten.

VstĆ”vaÅ„ – Opstaan
Å tudovaÅ„ – Studeren
PracovaÅ„ – Werken
VariÅ„ – Koken
UpratovaÅ„ – Schoonmaken
ČƭtaÅ„ – Lezen
PĆ­saÅ„ – Schrijven
SpievaÅ„ – Zingen
TancovaÅ„ – Dansen
Å portovaÅ„ – Sporten

Weer

Het weer bespreken is een veelvoorkomend gespreksonderwerp. Hier zijn enkele belangrijke woorden.

Slnečno – Zonnig
Daždivo – Regenachtig
Vietor – Wind
Sneh – Sneeuw
Mrak – Wolk
BĆŗrka – Storm
Teplota – Temperatuur
MrĆ”z – Vorst
DĆŗha – Regenboog
Hmla – Mist

Gezondheidszorg

Als u ooit medische hulp nodig heeft, zijn deze woorden erg nuttig.

Doktor – Dokter
Lieky – Medicijnen
Bolest – Pijn
ChorĆ½ – Ziek
ZdravĆ½ – Gezond
Ambulancia – Ambulance
Nemocnica – Ziekenhuis
Recepcia – Receptie
Pacient – PatiĆ«nt
VyÅ”etrenie – Onderzoek

Conclusie

Het leren van deze basiswoorden geeft u een goede start in het begrijpen en communiceren in het Slowaaks. Door deze woorden regelmatig te oefenen en in uw dagelijkse gesprekken te gebruiken, zult u al snel merken dat uw taalvaardigheid verbetert. Vergeet niet om geduldig te zijn met uzelf en te genieten van het leerproces. Veel succes met het leren van het Slowaaks!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller