Dat vs Wat – Relatieve voornaamwoorden in het Afrikaans uitgelegd

In het Afrikaans, net zoals in het Nederlands, kunnen relatieve voornaamwoorden soms verwarrend zijn, vooral als het gaat om het gebruik van dat en wat. Deze woorden worden vaak door elkaar gehaald, maar hebben specifieke regels en contexten waarin ze gebruikt moeten worden. In dit artikel zullen we dieper ingaan op deze twee relatieve voornaamwoorden en hoe je ze correct kunt gebruiken in het Afrikaans.

Wat is een relatief voornaamwoord?

Een relatief voornaamwoord is een woord dat een bijzin inleidt en verwijst naar een eerder genoemd zelfstandig naamwoord (het antecedent). In het Nederlands kennen we bijvoorbeeld de woorden die, dat, wat en wie. In het Afrikaans zijn de belangrijkste relatieve voornaamwoorden dat en wat.

Gebruik van “dat”

Het relatieve voornaamwoord dat wordt in het Afrikaans gebruikt om naar een onzijdig zelfstandig naamwoord te verwijzen. Dit is vergelijkbaar met het gebruik van “dat” in het Nederlands.

Dat:
Verwijst naar een onzijdig zelfstandig naamwoord.

Dit is het boek dat ik gelezen heb.

Gebruik van “wat”

Het relatieve voornaamwoord wat wordt in het Afrikaans in verschillende contexten gebruikt. Het kan verwijzen naar een onbepaald antecedent, een hele zin of een overtreffende trap. Dit is anders dan in het Nederlands, waar we meestal “wat” alleen gebruiken als het antecedent onbepaald is.

Wat:
Verwijst naar een onbepaald antecedent, een hele zin of een overtreffende trap.

Ik weet niet wat hij zei.

Specifieke regels en voorbeelden

Om het verschil tussen dat en wat in het Afrikaans beter te begrijpen, is het belangrijk om enkele specifieke regels en voorbeelden te bekijken.

Onzijdige zelfstandige naamwoorden

Wanneer het antecedent een onzijdig zelfstandig naamwoord is, gebruik je dat.

Onzijdig zelfstandig naamwoord:
Een zelfstandig naamwoord dat geen specifiek geslacht heeft.

Dit is het huis dat we gekocht hebben.

Onbepaald antecedent

Als het antecedent onbepaald is, gebruik je wat.

Onbepaald antecedent:
Een antecedent dat niet specifiek is of algemeen is.

Alles wat hij doet, is indrukwekkend.

Hele zin als antecedent

Wanneer de hele zin als antecedent fungeert, gebruik je wat.

Hele zin:
Een volledige reeks woorden die samen een complete gedachte vormen.

Hij heeft zijn examen gehaald, wat geweldig is.

Overtreffende trap

Bij het gebruik van de overtreffende trap als antecedent, gebruik je wat.

Overtreffende trap:
De vorm van een bijvoeglijk naamwoord die het hoogste niveau van een eigenschap uitdrukt.

Dit is het beste boek wat ik ooit gelezen heb.

Veelvoorkomende fouten en valkuilen

Bij het leren van een nieuwe taal is het normaal om fouten te maken. Hier zijn enkele veelvoorkomende fouten en valkuilen bij het gebruik van dat en wat in het Afrikaans.

Fout: Gebruik van “wat” in plaats van “dat”

Sommige mensen gebruiken ten onrechte wat in plaats van dat wanneer ze naar een specifiek, onzijdig zelfstandig naamwoord verwijzen.

Fout: Dit is het huis wat we gekocht hebben.
Correct: Dit is het huis dat we gekocht hebben.

Fout: Gebruik van “dat” in plaats van “wat”

Een andere veelvoorkomende fout is het gebruik van dat in plaats van wat wanneer het antecedent onbepaald is of wanneer het een hele zin betreft.

Fout: Alles dat hij doet, is indrukwekkend.
Correct: Alles wat hij doet, is indrukwekkend.

Tips voor het onthouden van de regels

Het kan lastig zijn om de regels voor het gebruik van dat en wat te onthouden, vooral als je net begint met het leren van Afrikaans. Hier zijn enkele tips die je kunnen helpen:

Maak gebruik van ezelsbruggetjes

Ezelsbruggetjes kunnen een handige manier zijn om grammaticale regels te onthouden. Een mogelijke ezelsbruggetje is om te onthouden dat dat vaak wordt gebruikt voor specifieke dingen (onzijdige zelfstandige naamwoorden), terwijl wat voor meer algemene of onbepaalde zaken wordt gebruikt.

Oefen met voorbeelden

Het maken en oefenen van eigen zinnen kan je helpen om de regels beter te onthouden. Schrijf zinnen op waarin je zowel dat als wat gebruikt en controleer of je ze correct hebt toegepast.

Vraag om feedback

Als je iemand kent die vloeiend Afrikaans spreekt, vraag dan om feedback op je gebruik van dat en wat. Dit kan je helpen om eventuele fouten te corrigeren en je begrip van de regels te versterken.

Conclusie

Het correct gebruiken van de relatieve voornaamwoorden dat en wat in het Afrikaans kan in het begin lastig zijn, maar met de juiste kennis en oefening kun je deze woorden op de juiste manier leren toepassen. Onthoud dat dat wordt gebruikt voor onzijdige zelfstandige naamwoorden, terwijl wat wordt gebruikt voor onbepaalde antecedenten, hele zinnen en overtreffende trappen. Door deze regels te volgen en veel te oefenen, zul je merken dat je zelfverzekerder wordt in je gebruik van het Afrikaans.

Blijf oefenen, vraag om feedback en maak gebruik van ezelsbruggetjes om de regels te onthouden. Succes met je taalleeravontuur!

Talkpal is een AI-gestuurde taaltutor. Leer 57+ talen 5x sneller met revolutionaire technologie.

LEER SNELLER TALEN
MET AI

Leer 5x Sneller