Het leren van een nieuwe taal kan een uitdagende maar ook een zeer lonende ervaring zijn. Vietnamees, met zijn unieke klanken en structuur, is geen uitzondering. Voor beginners kan het nuttig zijn om te beginnen met enkele basiswoorden en -zinnen die je in alledaagse gesprekken kunt gebruiken. In dit artikel zullen we enkele essentiƫle Vietnamese woorden bespreken, samen met hun betekenissen en voorbeeldzinnen.
Groeten en basiswoordenschat
Xin chĆ o – Hallo
Xin chĆ o, bįŗ”n cĆ³ khį»e khĆ“ng?
Dit is de meest gebruikelijke manier om iemand te begroeten in het Vietnamees.
Tįŗ”m biį»t – Tot ziens
Tįŗ”m biį»t, hįŗ¹n gįŗ·p lįŗ”i bįŗ”n sau.
Deze term gebruik je wanneer je afscheid neemt van iemand.
Cįŗ£m Ę”n – Dank je
Cįŗ£m Ę”n bįŗ”n ÄĆ£ giĆŗp tĆ“i.
Gebruik dit woord om je dankbaarheid te tonen.
Xin lį»i – Sorry
Xin lį»i, tĆ“i ÄĆ£ lĆ m sai.
Dit woord gebruik je om je excuses aan te bieden.
Familie en relaties
Bį» – Vader
Bį» cį»§a tĆ“i rįŗ„t thĆ“ng minh.
Dit woord betekent “vader” in het Vietnamees.
Mįŗ¹ – Moeder
Mįŗ¹ tĆ“i lĆ m viį»c rįŗ„t chÄm chį».
Dit betekent “moeder”.
Anh – Oudere broer
Anh tĆ“i lĆ giĆ”o viĆŖn.
Dit woord gebruik je om je oudere broer aan te duiden.
Chį» – Oudere zus
Chį» tĆ“i thĆch Äį»c sĆ”ch.
Dit betekent “oudere zus”.
Getallen en tijd
Mį»t – EĆ©n
TĆ“i cĆ³ mį»t chiįŗæc xe Äįŗ”p.
Dit woord staat voor het getal Ć©Ć©n.
Hai – Twee
ChĆŗng tĆ“i cĆ³ hai con mĆØo.
Dit betekent “twee”.
Ba – Drie
Anh įŗ„y cĆ³ ba quyį»n sĆ”ch.
Dit woord betekent “drie”.
Giį» – Uur
TĆ“i sįŗ½ Äįŗæn vĆ o lĆŗc ba giį».
Dit woord gebruik je om over tijd te spreken.
Veelvoorkomende werkwoorden
Äi – Gaan
TĆ“i muį»n Äi du lį»ch.
Dit is het werkwoord voor “gaan”.
Än – Eten
ChĆŗng ta sįŗ½ Än tį»i į» ÄĆ¢u?
Dit betekent “eten”.
Ngį»§ – Slapen
Anh įŗ„y Äang ngį»§.
Dit werkwoord betekent “slapen”.
Uį»ng – Drinken
TĆ“i muį»n uį»ng nĘ°į»c.
Dit betekent “drinken”.
Bijvoeglijke naamwoorden
Äįŗ¹p – Mooi
Cįŗ£nh į» ÄĆ¢y thįŗt Äįŗ¹p.
Dit woord gebruik je om iets moois te beschrijven.
To – Groot
NgĆ“i nhĆ nĆ y rįŗ„t to.
Dit betekent “groot”.
Nhį» – Klein
Con mĆØo nĆ y rįŗ„t nhį».
Dit woord betekent “klein”.
Nhanh – Snel
Anh įŗ„y chįŗ”y rįŗ„t nhanh.
Dit betekent “snel”.
Vragen en antwoorden
Ai – Wie
Ai lĆ giĆ”o viĆŖn cį»§a bįŗ”n?
Dit woord gebruik je om te vragen wie iemand is.
GƬ – Wat
Bįŗ”n Äang lĆ m gƬ?
Dit betekent “wat”.
į» ÄĆ¢u – Waar
Bįŗ”n Äang į» ÄĆ¢u?
Dit gebruik je om te vragen waar iemand is.
Khi nĆ o – Wanneer
Khi nĆ o bįŗ”n sįŗ½ Äįŗæn?
Dit woord gebruik je om naar tijd te vragen.
Praktische zinnen
TĆ“i tĆŖn lĆ … – Mijn naam is…
TĆ“i tĆŖn lĆ An.
Gebruik deze zin om jezelf voor te stellen.
Rįŗ„t vui ÄĘ°į»£c gįŗ·p bįŗ”n – Aangenaam kennis te maken
Rįŗ„t vui ÄĘ°į»£c gįŗ·p bįŗ”n, tĆ“i lĆ Linh.
Dit is een beleefde manier om iemand te begroeten die je net hebt ontmoet.
Bįŗ”n cĆ³ khį»e khĆ“ng? – Hoe gaat het met je?
Bįŗ”n cĆ³ khį»e khĆ“ng? TĆ“i rįŗ„t nhį» bįŗ”n.
Dit is een veelgebruikte zin om te vragen hoe het met iemand gaat.
TĆ“i khĆ“ng hiį»u – Ik begrijp het niet
Xin lį»i, tĆ“i khĆ“ng hiį»u.
Deze zin is handig wanneer je iets niet begrijpt.
GiĆŗp tĆ“i vį»i – Help me alsjeblieft
GiĆŗp tĆ“i vį»i, tĆ“i bį» lįŗ”c.
Gebruik deze zin als je hulp nodig hebt.
Het leren van deze basiswoorden en -zinnen kan een groot verschil maken in je vermogen om met Vietnameessprekenden te communiceren. Oefen regelmatig en probeer deze woorden in je dagelijkse gesprekken te integreren. Hierdoor zul je niet alleen je woordenschat vergroten, maar ook je vertrouwen opbouwen in het spreken van Vietnamees. Veel succes met je taalleerreis!