Winkelen en detailhandel zijn essentiële onderdelen van het dagelijks leven, en het beheersen van de juiste woordenschat kan je helpen om effectiever te communiceren in verschillende situaties. Of je nu een klant bent die op zoek is naar een specifiek product of een winkelier die zijn goederen wil verkopen, deze gids zal je helpen om de meest bruikbare woorden en zinnen in het Urdu te leren.

Winkelen in een winkel

دکان (dukān) – Winkel
De plaats waar je naartoe gaat om producten te kopen.

میں نے اپنی پسندیدہ دکان سے کچھ کپڑے خریدے۔

پیسہ (paisā) – Geld
Het ruilmiddel dat je gebruikt om producten te kopen.

مجھے کچھ پیسے کی ضرورت ہے تاکہ میں یہ جوتے خرید سکوں۔

قیمت (qīmat) – Prijs
Het bedrag dat je moet betalen voor een product.

اس کی قیمت بہت زیادہ ہے۔

رعایت (ra’āyat) – Korting
Een vermindering van de prijs van een product.

اگر آپ زیادہ خریدیں گے تو آپ کو رعایت ملے گی۔

خریداری (kharīdārī) – Aankoop
Het proces van het kopen van producten.

کل میں نے بہت ساری خریداری کی۔

رسید (rasīd) – Bon
Een document dat je ontvangt na de aankoop van een product, als bewijs van betaling.

برائے مہربانی میری رسید دیں۔

کھلا (khulā) – Wisselgeld
Het geld dat je terugkrijgt als je meer hebt betaald dan de prijs van een product.

میرے پاس کھلا پیسہ نہیں ہے۔

فروخت (farokht) – Verkoop
Het proces van het verkopen van producten aan klanten.

یہاں بہت ساری چیزیں فروخت کے لئے ہیں۔

Producten en categorieën

کپڑے (kapṛe) – Kleding
Textielproducten die je draagt.

مجھے نئے کپڑے خریدنے ہیں۔

جوتے (jūte) – Schoenen
Voetbekleding die je draagt om je voeten te beschermen.

مجھے یہ جوتے بہت پسند ہیں۔

کھلونے (khilone) – Speelgoed
Objecten waarmee kinderen spelen.

بچے کھلونے پسند کرتے ہیں۔

گروسری (grocery) – Boodschappen
Dagelijkse producten zoals voedsel en huishoudelijke artikelen.

مجھے گروسری خریدنی ہے۔

سبزی (sabzī) – Groente
Plantaardig voedsel dat je eet.

مجھے تازہ سبزیاں خریدنی ہیں۔

پھل (phal) – Fruit
Zoet plantaardig voedsel dat je eet.

یہ پھل بہت میٹھے ہیں۔

دودھ (dūdh) – Melk
Een vloeistof geproduceerd door zoogdieren, vaak gebruikt in dranken en voedsel.

ہمیں دودھ کی ایک بوتل چاہیے۔

Vragen en verzoeken

یہ کتنے کا ہے؟ (ye kitne kā hai?) – Hoeveel kost dit?
Een vraag die je stelt om de prijs van een product te weten te komen.

یہ جوتے کتنے کے ہیں؟

کیا آپ کے پاس یہ ہے؟ (kyā āp ke pās ye hai?) – Heeft u dit?
Een vraag die je stelt om te weten of een winkel een bepaald product heeft.

کیا آپ کے پاس اس کا بڑا سائز ہے؟

براہ کرم (barā-e-karam) – Alstublieft
Een beleefd woord dat je gebruikt om iets te vragen.

براہ کرم مجھے ایک اور دیں۔

شکریہ (shukriyā) – Dank u
Een woord dat je gebruikt om dankbaarheid te tonen.

آپ کی مدد کا شکریہ۔

معاف کرنا (ma’af karnā) – Excuseer
Een woord dat je gebruikt om iemands aandacht te trekken of je te verontschuldigen.

معاف کرنا، کیا آپ میری مدد کر سکتے ہیں؟

Betalingsmethoden

نقد (naqd) – Contant geld
Fysiek geld zoals munten en bankbiljetten.

کیا آپ نقد قبول کرتے ہیں؟

کریڈٹ کارڈ (credit card) – Creditcard
Een kaart die je gebruikt om betalingen te doen, waarbij het geld later wordt afgeschreven.

میں کریڈٹ کارڈ سے ادائیگی کروں گا۔

ڈیبٹ کارڈ (debit card) – Debitcard
Een kaart die je gebruikt om betalingen te doen, waarbij het geld direct van je bankrekening wordt afgeschreven.

کیا آپ ڈیبٹ کارڈ لیتے ہیں؟

آن لائن ادائیگی (online adā’ī) – Online betaling
Een methode waarbij betalingen via het internet worden gedaan.

میں آن لائن ادائیگی کو ترجیح دیتا ہوں۔

Klantenservice

صارف (sārīf) – Klant
De persoon die producten of diensten koopt.

ہمیشہ صارف کی ضروریات کو مد نظر رکھیں۔

ملازم (mulāzim) – Werknemer
Een persoon die in een winkel werkt.

یہاں کا ملازم بہت مددگار ہے۔

مدد (madad) – Hulp
Ondersteuning die je krijgt of geeft.

مجھے آپ کی مدد کی ضرورت ہے۔

شکایت (shikāyat) – Klacht
Een uiting van ontevredenheid over een product of dienst.

مجھے اس پروڈکٹ کے بارے میں ایک شکایت ہے۔

واپسی (wāpasī) – Retour
Het proces van het terugbrengen van een product naar de winkel voor een terugbetaling of vervanging.

کیا میں اس کو واپس کر سکتا ہوں؟

Winkeltypen

گروسری اسٹور (grocery store) – Supermarkt
Een winkel waar je dagelijkse benodigdheden zoals voedsel en huishoudelijke artikelen koopt.

ہم ہر ہفتے گروسری اسٹور جاتے ہیں۔

کپڑے کی دکان (kapṛe kī dukān) – Kledingwinkel
Een winkel waar je kleding kunt kopen.

مجھے کپڑے کی دکان جانا ہے۔

جوتوں کی دکان (jūton kī dukān) – Schoenenwinkel
Een winkel waar je schoenen kunt kopen.

یہاں کی جوتوں کی دکانیں بہت اچھی ہیں۔

کتابوں کی دکان (kitābon kī dukān) – Boekwinkel
Een winkel waar je boeken kunt kopen.

میں کتابوں کی دکان پر جا رہا ہوں۔

الیکٹرانکس کی دکان (electronics kī dukān) – Elektronicawinkel
Een winkel waar je elektronische apparaten kunt kopen.

مجھے ایک الیکٹرانکس کی دکان سے نیا موبائل فون خریدنا ہے۔

Door deze woorden en zinnen te leren, zul je beter voorbereid zijn om te winkelen en te communiceren in detailhandelsomgevingen in het Urdu. Veel succes met je taalstudie en happy shopping!